Afdrukprotocollen en WSD-functies configureren

Configureer de protocollen die worden gebruikt voor het afdrukken van documenten vanaf een netwerkcomputer.
Voor meer informatie over de basishandelingen die moeten worden verricht wanneer u het apparaat instelt via de externe UI, raadpleegt u Menuopties instellen via de externe UI.
1
Start de externe UI en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De externe UI starten
2
Klik op [Instellingen/registratie (Settings/Registration)] op de portaalpagina. Scherm van externe UI
3
Klik op [Netwerkinstellingen (Network Settings)].
4
Configureer afdrukprotocollen.
LPD of RAW configureren
1
Selecteer [LPD-instellingen (LPD Settings)] of [RAW-instellingen (RAW Settings)]  [Bewerken (Edit)].
2
Configureer de instellingen.
[Gebruik LPD-afdrukken (Use LPD Printing)]
Schakel dit selectievakje in om af te drukken via LPD. Als u niet afdrukt via LPD, schakelt u het selectievakje uit.
[Gebruik RAW-afdrukken (Use RAW Printing)]
Schakel dit selectievakje in om af te drukken via RAW. Als u RAW niet gebruikt om af te drukken, schakelt u het selectievakje uit.
[RX-time-out (RX Timeout)]
Stel een waarde in als de herstart-wachttijd voor gegevensontvangst. Als de gegevensontvangst niet binnen de ingestelde tijd wordt hervat, wordt het afdrukken geannuleerd.
3
Klik op [OK (OK)].
WSD configureren
1
Selecteer [WSD-instellingen (WSD Settings)] [Bewerken (Edit)].
2
Configureer de instellingen.
[Gebruik WSD-afdrukken (Use WSD Printing)]
Schakel dit selectievakje in om af te drukken via WSD. Als u niet afdrukt via WSD, schakelt u het selectievakje uit.
[Gebruik WSD-bladeren (Use WSD Browsing)]
Schakel dit selectievakje in om via WSD informatie over het apparaat op te halen van een computer. Dit selectievakje wordt automatisch ingeschakeld wanneer u het selectievakje [Gebruik WSD-afdrukken (Use WSD Printing)] inschakelt.
[Gebruik WSD-scannen (Use WSD Scanning)]
Met behulp van WSD-scannen kunt u documenten naar een computer scannen zonder dat u een scannerstuurprogramma hoeft te installeren. Schakel het selectievakje in als u documenten wilt scannen via WSD. Als u WSD niet gebruikt voor scantaken, schakelt u het selectievakje uit.
[Gebruik Scannen naar computer (Use Computer Scanning)]
Schakel dit selectievakje in om te scannen met WSD via het bedieningspaneel van het apparaat. U kunt dit selectievakje alleen inschakelen als het selectievakje [Gebruik WSD-scannen (Use WSD Scanning)] ingeschakeld is. Om scans uit te voeren, selecteert u <Scannen (Scan)> in het scherm Start (Home) en geeft u als scanbestemming een computer op die via WSD is verbonden. (Scannen en op een computer opslaan).
[Gebruik Multicast Discovery (Use Multicast Discovery)]
Schakel dit selectievakje in als het apparaat moet reageren op multicast-discovery-opdrachten. Als het selectievakje is uitgeschakeld, blijft de slaapstand van het apparaat actief, zelfs als er multicast-discovery-berichten worden verstuurd in het netwerk.
3
Klik op [OK (OK)].
5
Start de machine opnieuw op.
Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
Instellingen selecteren vanaf het bedieningspaneel
De instellingen voor LPD, RAW en WSD zijn ook bereikbaar via <Menu (Menu)> in het scherm Start (Home).
<LPD-instellingen (LPD Settings)>
<RAW-instellingen (RAW Settings)>
<WSD-instellingen (WSD Settings)>
WSD-netwerkapparaten configureren
De WSD-netwerkapparaten kunnen worden toegevoegd vanuit de printermap. Open de printermap (De printermap weergeven) , klik op [Een apparaat toevoegen (Add a device)] of [Een printer toevoegen (Add a printer)] en volg de aanwijzingen op het scherm op. Raadpleeg de handleidingen voor de stuurprogramma's (Stuurprogramma's) voor meer informatie over het installeren van stuurprogramma's voor het WSD-netwerk.
Het poortnummer veranderen
Hetzelfde poortnummer dat is gebruikt voor het apparaat en een computer moet worden gebruikt voor het afdrukprotocol.
Printerpoorten configureren
Poortnummers wijzigen
427C-00U