![]() |
|
U kunt een bestemming selecteren uit de laatst gebruikte bestemmingen. Als u een eerder gebruikte bestemming opgeeft, worden ook de laatst gebruikte scaninstellingen, zoals de densiteit, voor die bestemming geselecteerd.
|
![]() |
|
Als <Beperk opn. verz. vanuit log (Restrict Resending from Log)> is ingesteld op <Aan (On)>, kunt u deze functie niet gebruiken. Eerder gebruikte bestemmingen blokkeren
Als u de machine uitschakelt of <Beperk nieuwe bestemmingen (Restrict New Destinations)> instelt op <Aan (On)>, worden de eerder gebruikte bestemmingen verwijderd en is deze functie niet beschikbaar. Nieuwe bestemmingen die kunnen worden opgegeven, beperken
|
![]() |
|
Wanneer u een bestemming opgeeft met deze functie, worden eerder opgegeven bestemmingen verwijderd.
|

Als u bestemmingen wilt wissen (e-mail/I-Fax)
|
1
|
Selecteer <Bevestig bestemming (Confirm Destination)>.
|
|
2
|
Schakel het selectievakje voor de te verwijderen bestemming in, en selecteer <Verwijder vn best. (Remove from Dest.)>.
![]() ![]() Als u het vakje bij Groep hebt geactiveerd, kunt u de bestemmingen bekijken die in de groep zijn geregistreerd, door <Details (Details)>
<Bestemming (Destination)> te selecteren. |
|
3
|
Selecteer <Ja (Yes)>.
|
<Ja (Yes)>. Verzenden van documenten annuleren
Als u in stap 1 originelen in de invoer plaatst
Wanneer u in stap 1 originelen op de glasplaat legt
|
1
|
Als u extra pagina's van documenten wilt scannen, plaatst u het volgende origineel op de glasplaat en selecteert u <Volg. scannen (Scan Next)>.
Herhaal deze stap totdat alle pagina's zijn gescand.
Als er maar één pagina hoeft te worden gescand, gaat u verder met de volgende stap.
|
|
2
|
Selecteer <Verz. starten (Start Sending)>.
Het verzenden / opslaan start.
|
