Eerder gebruikte zend-/opslaaninstellingen oproepen (herhaal-instellingen)

 
U kunt een bestemming selecteren uit de laatst gebruikte bestemmingen. Als u een eerder gebruikte bestemming opgeeft, worden ook de laatst gebruikte scaninstellingen, zoals de densiteit, voor die bestemming geselecteerd.
Als <Beperk opn. verz. vanuit log (Restrict Resending from Log)> is ingesteld op <Aan (On)>, kunt u deze functie niet gebruiken. Eerder gebruikte bestemmingen blokkeren
Als u de machine uitschakelt of <Beperk nieuwe bestemmingen (Restrict New Destinations)> instelt op <Aan (On)>, worden de eerder gebruikte bestemmingen verwijderd en is deze functie niet beschikbaar. Nieuwe bestemmingen die kunnen worden opgegeven, beperken
Wanneer u een bestemming opgeeft met deze functie, worden eerder opgegeven bestemmingen verwijderd.
1
Plaats het origineel / de originelen. Originelen plaatsen
2
Selecteer <Scannen (Scan)> in het scherm Start (Home). Het scherm Start (Home)
Wanneer het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in, en geeft u de authenticatie-server op. Inloggen op Geautoriseerd Verzenden
3
Selecteer <E-mail (E-Mail)>, <I-fax (I-Fax)>, of <Bestand (File)> in het scherm voor basisfuncties voor scannen. Scherm voor basisfuncties voor scannen
4
Selecteer <Instellingen oproepen (Recall Settings)> op het tabblad <Bestemming opgeven (Specify Destination)>.
5
Selecteer de bestemming.
De geselecteerde bestemming en de scaninstellingen ervan worden opgegeven. U kunt voorafgaand aan het verzenden de instellingen ook wijzigen.
Als u bestemmingen wilt wissen (e-mail/I-Fax)
Als u meerdere bestemmingen hebt opgegeven, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen.
6
Selecteer <Start (Start)>.
Als het scherm <Bevestig bestemming (Confirm Destination)> verschijnt, controleert u of de bestemming correct is, en selecteert u vervolgens <Scannen starten (Start Scanning)>.
Het scannen van het origineel start.
Als u wilt annuleren, selecteer dan <Annuleren (Cancel)>  <Ja (Yes)>. Verzenden van documenten annuleren
Als u in stap 1 originelen in de invoer plaatst
Het verzenden en opslaan start zodra het scannen is voltooid.
Wanneer u in stap 1 originelen op de glasplaat legt
Als het scherm <Bestandsauthenticatie (File Authentication)> of <SMTP-authenticatie (SMTP Authentication)> verschijnt
Voer naam en wachtwoord van de gebruiker in en selecteer <Toepassen (Apply)>.
427C-065