naar hoofdtekst gaan

Kan geen faxen verzenden

Kan geen fax verzenden naar geen enkele bestemming

Als u geen fax kunt verzenden, controleert u het volgende.

  1. Controle 1 Controleer of de telefoonlijn juist is aangesloten.

    • Sluit de telefoonlijnkabel weer aan op de telefoonaansluiting (LINE-pictogram) en steek het andere uiteinde in de wandtelefoonaansluiting of telefoonaansluiting.
    • Als 'Telefoonlijn is in gebruik. (Telephone line is in use.)' op het scherm wordt weergegeven, wordt de lijn gebruikt door de aangesloten telefoon. Probeer het later opnieuw.
    • Als u niet het normale geluid van de telefoonlijn (kiestoon) hoort via de printer als u de handsfreetoets aanraakt, is de telefoonverbinding mogelijk niet correct of is er een probleem met de telefoonlijn. Controleer of de verbindingsmethode van de telefoonlijn correct is en neem contact op met uw telefoonmaatschappij en de fabrikant van uw toesteladapter.
    • Als 'Handsfreetoets is uitgeschakeld. (Hook key is disabled.)' wordt weergegeven wanneer u de handsfreetoets aanraakt, selecteert u Faxinstellingen (Fax settings) > Beveiligingsbeheer (Security control) > Instelling handsfreetoets (Hook key setting) en selecteert u vervolgens Inschakelen (Enable).
  2. Controle 2 Is het type telefoonlijn correct ingesteld als u alleen geen faxen kunt verzenden?

    Controleer de instellingen voor het type telefoonlijn en wijzig deze zo nodig.

  3. Controle 3 Is Kiestoondetectie (Dial tone detect) ingesteld op AAN (ON)?

    Selecteer Faxinstellingen (Fax settings) > Geavanceerde faxinstellingen (Advanced fax settings) > Kiestoondetectie (Dial tone detect) en vervolgens UIT (OFF).

  4. Controle 4 Is het fax-/telefoonnummer correct geregistreerd in het telefoonboek van de printer?

    Controleer het fax-/telefoonnummer van de ontvanger, corrigeer het geregistreerde fax/-telefoonnummer in het telefoonboek van de printer en verzend het document opnieuw.

  5. Controle 5 Is het geheugen van de printer vol?

    Maak geheugen vrij en verzend de fax opnieuw.

  6. Controle 6 Is het document juist geplaatst?

    Verwijder het document en plaats het opnieuw op de plaat of in de ADF.

  7. Controle 7 Treedt er een printerfout op?

    Controleer de oorzaak als er een foutbericht wordt weergegeven op het aanraakscherm.

    Zie Er wordt een bericht weergegeven voor berichten.

    Selecteer (Stoppen). Als het bericht wordt gesloten, kunt u de fax verzenden.

Kan geen fax verzenden naar een specifieke bestemming

Als u geen fax kunt verzenden naar een specifieke bestemming, controleert u het volgende.

  1. Controle 1 Controleer of RX-faxinfo controleren (Check RX fax information) niet is ingesteld op AAN (ON).

    Stel RX-faxinfo controleren (Check RX fax information) bij Beveiligingsbeheer (Security control) in Faxinstellingen (Fax settings) in op UIT (OFF).

  2. Controle 2 Controleer of de fax handmatig kan worden verzonden.

    Als u het faxgeluid van het andere apparaat niet uit de printer hoort na het nummer hebt gekozen, is het gekozen telefoonnummer onjuist of is de bestemming ingesteld om de fax handmatig te ontvangen.

    Als u de fax kunt verzenden, controleert u het geregistreerde faxtelefoonnummer.

    Als het geregistreerde telefoonnummer correct is, voegt u met de #-toets P (pauze) toe aan het einde van het geregistreerde telefoonnummer.