De Firmware updaten
Voor het bijwerken van de firmware selecteert u de updatemethode die past bij de installatievereisten van het apparaat. Er zijn twee manieren om de firmware bij te werken. De eerste manier is door de meeste recente versie van de firmware via het apparaat van internet te downloaden en de update uit te voeren als uw apparaat niet de laatste versie heeft. De andere manier is door de meeste recente versie van de firmware via de computer van internet te downloaden en de update uit te voeren als uw apparaat niet de laatste versie heeft. In een omgeving waarin geen verbinding met internet kan worden gemaakt via een draadloos LAN, maakt u verbinding via een bekabeld LAN of USB en voert u de update uit vanaf de computer.
|
Installatievereisten van het apparaat
|
De update installeren
|
|
Draadloos LAN-verbinding
|
|
|
Bedraad LAN-verbinding
|
|
|
USB-verbinding
|
 |
|
Als uw apparaat met het IPv6-protocol werkt, kan het apparaat de firmware niet bijwerken. Maak opnieuw verbinding via USB en voer de update vanaf de computer uit.
Het kan even duren als een firmware-update wordt uitgevoerd tijdens onderhoud. Wacht totdat het apparaat het onderhoud heeft voltooid voordat u de firmware-update start.
Het wordt ook aangeraden om het apparaat uit te schakelen terwijl het in gebruik is. Als u het apparaat handmatig uitschakelt terwijl het in gebruik is (door de stekker eruit te trekken, enz.), duurt het langer voordat het apparaat is hersteld wanneer het de volgende keer wordt ingeschakeld. |
 |
De firmwareversie controlerenU kunt de firmwareversie controleren vanaf het bedieningspaneel van het apparaat. Na het actualiseren van de firmware moet u controleren of het actualiseren correct was uitgevoerd. De firmwareversie controleren
|
Actualiseren via het internet
U kunt via het apparaat verbinding maken met de Canonserver om de firmware volledig bij te werken.
1
Selecteer <Update firmware (Update Firmware)> in het scherm Start (Home). Het scherm Start (Home)
Er wordt gecontroleerd of er nieuwere firmware aanwezig is.
Als de melding <Dit is de nieuwste firmwareversie. (This is the latest firmware version.)> verschijnt, hoeft u de firmware niet te actualiseren.
2
Als er een licentiescherm verschijnt, selecteert u <Accept (Accept)>.
3
Selecteer <OK (OK)>.
Als de firmware is geactualiseerd, start het apparaat automatisch opnieuw op.
Zet het apparaat niet UIT wanneer het opnieuw starten plaatsvindt.
Actualiseren vanaf een computer
Als u de laatste firmwareversie hebt gedownload van de website van Canon, gebruik dan het hulpprogramma "User Support Tool" (Gebruikershulpmiddel) om de firmware vanaf een computer bij te werken. Voor informatie over het bijwerken van de firmware vanaf een computer raadpleegt u de "Handleiding Ondersteuningshulpmiddel voor gebruikers" die bij de firmware wordt geleverd.
Het apparaat in de stand "Wachten op firmware-update" zetten (het apparaat overschakelen naar de downloadmodus)
<Menu (Menu)> 
<Beheerinstellingen (Management Settings)> <Instellingen externe UI/update firmware (Remote UI Settings/Update Firmware)> <Update firmware (Update Firmware)> <Via pc (Via PC)> <Ja (Yes)>
<Beheerinstellingen (Management Settings)> <Instellingen externe UI/update firmware (Remote UI Settings/Update Firmware)> <Update firmware (Update Firmware)> <Via pc (Via PC)> <Ja (Yes)>De firmwareversie controleren
1
Selecteer <Menu (Menu)> in het scherm Start (Home). Het scherm Start (Home)
2
Selecteer <Beheerinstellingen (Management Settings)>.
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u de juiste combinatie van ID en pincode in. Aanmelden bij het apparaat
3
Selecteer <Instellingen externe UI/update firmware (Remote UI Settings/Update Firmware)> <Update firmware (Update Firmware)>.
<Update firmware (Update Firmware)>.4
Selecteer <Versie-informatie (Version Information)>.
De huidige firmwareversie wordt weergegeven.
