* In de onderstaande afbeelding branden het Wi-Fi- en Alarm-lampje ter illustratie.
(1) AAN (ON)-lampje
Dit lampje knippert en brandt vervolgens groen wanneer de printer wordt aangezet.
Opmerking
AAN (ON)- en Alarm-lampje U kunt de status van het apparaat controleren aan de hand van het AAN (ON)-lampje en het Alarm-lampje. – AAN (ON)-lampje is uit: de printer is uitgeschakeld. – AAN (ON)-lampje brandt groen: het apparaat is klaar voor gebruik. – AAN (ON)-lampje knippert groen: het apparaat is bijna klaar voor gebruik of er wordt een afdruktaak uitgevoerd. – Alarm-lampje knippert oranje: er is een fout opgetreden en het apparaat is niet klaar voor gebruik. "Ondersteuningscode die hoort bij het aantal malen dat het Alarm-lampje knippert" in Als er een fout optreedt – Het groene AAN (ON)-lampje en het oranje Alarm-lampje knipperen beurtelings: er is mogelijk een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het servicecenter. "Ondersteuningscode die hoort bij het aantal malen dat het AAN (ON)-lampje en Alarm-lampje beurtelings knippert" in Als er een fout optreedt |
(2) Knop AAN (ON)
Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. De documentklep moet gesloten zijn als het apparaat wordt aangezet.
Het apparaat in- en uitschakelen
(3) Wi-Fi-lampje
Dit lampje brandt of knippert blauw om de status van het draadloze LAN aan te geven.
Lampjes:
Verbinding met draadloos LAN is ingeschakeld.
Knippert:
Bezig met afdrukken of scannen via een draadloos LAN. Dit lampje knippert ook tijdens de configuratie van een draadloze LAN-verbinding.
(4) Wi-Fi-knop
Houd deze knop ingedrukt om automatisch de draadloze LAN-verbinding in te stellen.
(5) inktlampjes
Deze branden of knipperen oranje, bijvoorbeeld wanneer de inkt bijna op is.
Het linker lampje geeft de status van de FINE-kleurencartridge aan, terwijl het rechter lampje de status van de zwarte FINE-cartridge aangeeft.
(6) Knop Papier (Paper)
Hiermee selecteert u het paginaformaat en mediumtype.
(7) Papier (Paper)-lampje
Brandt om het paginaformaat en het mediumtype aan te geven die zijn geselecteerd met de knop Papier (Paper).
(8) Knop Stoppen (Stop)
Hiermee annuleert u handelingen. U kunt tijdens het afdrukken, kopiëren of scannen op deze knop drukken als u de taak wilt annuleren. Wanneer u deze knop ingedrukt houdt, kunt u onderhoudsopties of apparaatinstellingen selecteren.
(9) Knop Kleur (Color)*
Hiermee wordt het kopiëren in kleur gestart. U kunt ook op deze knop drukken om de selectie van een instellingsitem te voltooien.
(10) Knop Zwart (Black)*
Hiermee start u kopiëren in zwart-wit. U kunt ook op deze knop drukken om de selectie van een instellingsitem te voltooien.
(11) Alarm-lampje
Dit lampje brandt of knippert oranje als er een fout optreedt, bijvoorbeeld als het papier of de inkt op is. Wanneer u onderhoud aan het apparaat uitvoert of apparaatinstellingen wijzigt, kunt u opties selecteren aan de hand van het aantal malen dat het lampje knippert.
* In softwaretoepassingen of handleidingen worden de knoppen Kleur (Color) en Zwart (Black) samen de knop 'Start' of 'OK' genoemd.
Naar boven |