naar hoofdtekst gaan

Informatie over het netwerk controleren

Het IP-adres of het MAC-adres van de printer controleren

Het IP-adres of het MAC-adres van de computer controleren

Controleren of de computer en de printer, of de computer en het toegangspunt kunnen communiceren

Informatie over de netwerkinstellingen controleren

Het IP-adres of het MAC-adres van de printer controleren

Als u het IP-adres of het MAC-adres van de printer wilt controleren, drukt u de netwerkinstellingen af via het bedieningspaneel van de printer.

Info over netwerkinstellingen afdrukken

Als u de informatie over de netwerkinstellingen wilt weergeven via IJ Network Tool, selecteert u Netwerkinformatie (Network Information) in het menu Weergave (View).

Menu's van Canon IJ Network Tool

Het IP-adres of het MAC-adres van de computer controleren

Volg de hieronder beschreven procedure als u wilt controleren welk IP-adres of MAC-adres aan de computer is toegewezen.

  1. Selecteer Systeemvoorkeuren (System Preferences) in het Apple-menu en klik vervolgens op Netwerk (Network).

  2. Zorg ervoor dat de netwerkinterface die u op uw computer gebruikt, is geselecteerd en klik dan op Geavanceerd (Advanced).

    • In Mac OS X v10.9, Mac OS X v10.8 of Mac OS X v10.7:

      Als u draadloos LAN op uw computer gebruikt, zorg dan dat Wi-Fi als netwerkinterface is geselecteerd. Wanneer u bedraad LAN gebruikt, zorgt u ervoor dat Ethernet is geselecteerd.

    • In Mac OS X v10.6.8:

      Wanneer u op uw computer draadloos LAN gebruikt, zorgt u ervoor dat AirMac is geselecteerd als de netwerkinterface. Wanneer u bedraad LAN gebruikt, zorgt u ervoor dat Ethernet is geselecteerd.

  3. Bevestig het IP-adres of het MAC-adres.

    • In Mac OS X v10.9, Mac OS X v10.8 of Mac OS X v10.7:

      Klik op TCP/IP om het IP-adres te bevestigen.

      Klik op Hardware om het MAC-adres te bevestigen.

    • In Mac OS X v10.6.8:

      Klik op TCP/IP om het IP-adres te bevestigen.

      Klik op Ethernet en bekijk vervolgens Ethernet ID om het MAC-adres te bevestigen.

Controleren of de computer en de printer, of de computer en het toegangspunt kunnen communiceren

Controleer of communicatie beschikbaar is door de ping-test uit te voeren.

  1. Open de map Hulpprogramma's (Utilities) in de map Programma's (Applications).

  2. Start Hulpprogramma voor netwerk (Network Utility).

  3. Klik op de knop Ping.

  4. Zorg dat Verstuur slechts XX pings (Send only XX pings) is geselecteerd (XX is een getal).

  5. Voer het IP-adres van de doelprinter of het doeltoegangspunt in bij Geef het netwerkadres op dat u wilt pingen (Enter the network address to ping.).

  6. Klik op Ping.

    "XXX.XXX.XXX.XXX" is het IP-adres van het doelapparaat.

    Een volgend gelijksoortig bericht wordt weergegeven.

    64 bytes van XXX.XXX.XXX.XXX: icmp_seq=0 ttl=64 tijd=3,394 ms

    64 bytes van XXX.XXX.XXX.XXX: icmp_seq=1 ttl=64 tijd=1,786 ms

    64 bytes van XXX.XXX.XXX.XXX: icmp_seq=2 ttl=64 tijd=1,739 ms

    --- XXX.XXX.XXX.XXX ping-statistieken ---

    3 pakketten verstuurd, 3 pakketten ontvangen, 0% van de pakketten verloren

    Als het pakketverlies 100% is, is de communicatie niet beschikbaar. Anders communiceert de computer met het doelapparaat.

Informatie over de netwerkinstellingen controleren

Als u de info over de netwerkinstellingen van de printer wilt controleren, drukt u de netwerkinstellingen af met het bedieningspaneel van de printer.

Info over netwerkinstellingen afdrukken