Hiermee schakelt u deze functie in als u het geluidsniveau van het apparaat wilt beperken, bijvoorbeeld wanneer u 's nachts afdrukt. Bovendien kunt u de tijdsduur opgeven voor het verminderen van het geluid van het apparaat.
Stel de huidige datum en tijd vooraf in.
Volg de onderstaande procedure om de instellingen op te geven.
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Druk op de knop MENU.
Het menuscherm wordt weergegeven.
Selecteer Stille instelling (Quiet setting) en druk op de knop OK.
Gebruik de knop om Stille modus gebruiken (Use quiet mode) of Gebruiken tijdens opgegev. tijden (Use during specified hours) te selecteren en druk vervolgens op de knop OK.
Als Stille modus gebruiken (Use quiet mode) is geselecteerd:
Het bevestigingsscherm wordt weergegeven, waarna het pictogram wordt weergegeven als het menupictogram Stille instelling (Quiet setting).
Als Gebruiken tijdens opgegev. tijden (Use during specified hours) is geselecteerd:
Het scherm Stille tijden (Quiet hours) wordt weergegeven. Gebruik de knop om de begin-/eindtijd op te geven en druk vervolgens op de knop OK.
Het bevestigingsscherm wordt weergegeven, waarna het pictogram wordt weergegeven als het menupictogram Stille instelling (Quiet setting).
Activeer deze instelling om het geluid van het apparaat tijdens afdrukken te verminderen.
De werkingssnelheid kan lager zijn dan wanneer Stille modus niet gebruiken (Do not use quiet mode) is geselecteerd.
Deze functie is mogelijk minder effectief, afhankelijk van de instellingen van het apparaat. Bovendien worden bepaalde geluiden niet verminderd, zoals wanneer het apparaat wordt voorbereid op afdrukken.
U kunt de stille modus instellen vanuit het bedieningspaneel van het apparaat, het printerstuurprogramma of ScanGear (scannerstuurprogramma). Wat u ook gebruikt om de stille modus in te zetten, de modus wordt toegepast als u bewerkingen uitvoert vanuit het bedieningspaneel van het apparaat of als u afdrukt of scant vanaf de computer.
Naar boven |