FA040M

Een document in het apparaatgeheugen afdrukken

U kunt een bepaald document in het apparaatgeheugen of alle documenten in het geheugen tegelijk afdrukken.

Wanneer u een bepaald document afdrukt, kunt u het gewenste document selecteren met behulp van het transactienummer. Als u het transactienummer van het gewenste document niet weet, kunt u eerst de lijst met documenten (GEHEUGENLIJST (MEMORY LIST)) afdrukken.

Een lijst met documenten in het apparaatgeheugen afdrukken

Een bepaald document in het apparaatgeheugen afdrukken

Alle documenten in het apparaatgeheugen afdrukken

Opmerking
  • De GEHEUGENLIJST (MEMORY LIST) geeft het transactienummer van de niet-verzonden of niet-afgedrukte fax (TX/RX-nr.), de transactiemodus, het nummer van de ontvanger en de datum en tijd van de transactie weer.

Een lijst met documenten in het apparaatgeheugen afdrukken

Druk de lijst met documenten (GEHEUGENLIJST (MEMORY LIST)) af volgens de onderstaande procedure.

  1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.

    Controleer of de printer is ingeschakeld

  2. Plaats papier.

    Papier plaatsen

  3. Druk op de knop FAXEN (FAX).

    Het stand-byscherm voor faxen wordt weergegeven.

  4. Druk op de linker Functie (Function)-knop.

    Het scherm FAX-menu wordt weergegeven.

  5. Selecteer Geheugenverwijzing (Memory reference) en druk daarna op de knop OK.

    Opmerking
    • Als er geen documenten in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen, wordt het bericht Geen document in geheugen. (There is no document in memory.) weergegeven. Druk op de knop OK om terug te keren naar het vorige scherm.

  6. Selecteer met de knoppen OMHOOGOMLAAG de optie Geheugenlijst afdrukken (Print memory list) en druk op de knop OK.

  7. Gebruik de knop OMHOOGOMLAAG om Ja (Yes) te selecteren en druk op OK.

    De lijst met documenten die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen, wordt afgedrukt.

Opmerking
  • Een transactienummer tussen "0001" en "4999" geeft aan dat het een verzonden document is. Een transactienummer tussen "5001" en "9999" geeft aan dat het een ontvangen document is.

Een bepaald document in het apparaatgeheugen afdrukken

Geef het document op en druk dit af volgens de onderstaande procedure.

  1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.

    Controleer of de printer is ingeschakeld

  2. Plaats papier.

    Papier plaatsen

  3. Druk op de knop FAXEN (FAX).

    Het stand-byscherm voor faxen wordt weergegeven.

  4. Druk op de linker Functie (Function)-knop.

    Het scherm FAX-menu wordt weergegeven.

  5. Selecteer Geheugenverwijzing (Memory reference) en druk daarna op de knop OK.

    Opmerking
    • Als er geen documenten in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen, wordt het bericht Geen document in geheugen. (There is no document in memory.) weergegeven. Druk op de knop OK om terug te keren naar het vorige scherm.

  6. Selecteer met de knoppen OMHOOGOMLAAG de optie Opgegeven document afdrukken (Print specified document) en druk vervolgens op de knop OK.

    Het selectiescherm voor documenten wordt weergegeven.

    afbeelding: LCD-scherm
    1. Datum en tijd van de transactie en fax-/telefoonnummer

    2. Transactienummer (TX/RX nr.)

      Een transactienummer tussen "0001" en "4999" geeft aan dat het een verzonden document is.

      Een transactienummer tussen "5001" en "9999" geeft aan dat het een ontvangen document is.

    3. Kleurgegevens

      Bij verzending/ontvangst in kleur wordt Kleur (Color) weergegeven. Er wordt niets weergegeven bij verzending/ontvangst in zwart-wit.

  7. Selecteer met de knoppen OMHOOGOMLAAG het transactienummer van het document dat u wilt afdrukken en druk vervolgens op de knop OK.

    Het bevestigingsscherm wordt weergegeven.

  8. Geef met de knop OMHOOGOMLAAG aan of u alleen de eerste pagina van het document wilt afdrukken en druk vervolgens op de knop OK.

    • Als u Ja (Yes) selecteert:

      Alleen de eerste pagina van het document wordt afgedrukt.

      Het document is nog steeds opgeslagen in het apparaatgeheugen.

    • Als u Nee (No) selecteert:

      Alle pagina's van het document worden afgedrukt.

      Het scherm waarop u kunt bevestigen of u het afgedrukte document uit het apparaatgeheugen wilt verwijderen, wordt weergegeven.

      Als u Ja (Yes) selecteert met de knop OMHOOGOMLAAG en op de knop OK drukt, wordt het afgedrukte document in het apparaatgeheugen verwijderd.

    Opmerking
    • Als er geen documenten in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen, wordt het bericht Er is geen document dat kan worden afgedrukt. (There is no document that can be printed.) weergegeven. Druk op de knop OK om terug te keren naar het vorige scherm.

Alle documenten in het apparaatgeheugen afdrukken

Druk alle documenten in het apparaatgeheugen af volgens de onderstaande procedure.

  1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.

    Controleer of de printer is ingeschakeld

  2. Plaats papier.

    Papier plaatsen

  3. Druk op de knop FAXEN (FAX).

    Het stand-byscherm voor faxen wordt weergegeven.

  4. Druk op de linker Functie (Function)-knop.

    Het scherm FAX-menu wordt weergegeven.

  5. Selecteer Geheugenverwijzing (Memory reference) en druk daarna op de knop OK.

    Opmerking
    • Als er geen documenten in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen, wordt het bericht Geen document in geheugen. (There is no document in memory.) weergegeven. Druk op de knop OK om terug te keren naar het vorige scherm.

  6. Selecteer met de knoppen OMHOOGOMLAAG de optie Alle ontvangen docum. afdrukken (Print all received documents) en druk vervolgens op de knop OK.

    Het bevestigingsscherm wordt weergegeven.

  7. Gebruik de knop OMHOOGOMLAAG om Ja (Yes) te selecteren en druk op OK.

    Alle documenten in het apparaatgeheugen worden afgedrukt.

    Telkens wanneer een document wordt afgedrukt, wordt het scherm weergegeven waarop u kunt bevestigen of u het afgedrukte document uit het apparaatgeheugen wilt verwijderen.

    Als u Ja (Yes) selecteert met de knop OMHOOGOMLAAG en op de knop OK drukt, wordt het afgedrukte document in het apparaatgeheugen verwijderd.

Naar boven