HOME-schermen bewerken

Eerste weergave van de HOME-schermen

De volgende HOME-schermen worden geconfigureerd wanneer u de printer gaat gebruiken.

HOME-schermen bewerken

HOME-schermen bewerken gebeurt in de volgende stappen.

1. Controleer of de printer is ingeschakeld.

2. Selecteer (Instellen) op het scherm HOME.

   • Aanraakscherm gebruiken

3. Selecteer Startschermen bewerken (Edit home screens).

4. Selecteer het HOME-scherm dat u wilt bewerken.

   

5. Geef de gewenste instellingen op.

   

   Items vervangen (Replace items)

   U kunt de drie menu-items configureren die op de HOME-schermen worden weergegeven.

   Items sorteren (Sort items)

   U kunt de weergavevolgorde van de menu-items wijzigen.

   Naam van scène wijzigen (Rename scene)

   U kunt de naam van het HOME-scherm wijzigen.

   Achtergrondkleur wijzigen (Change background color)

   U kunt de achtergrondkleur wijzigen wanneer u het HOME-scherm selecteert.

   Pictogram wijzigen (Change icon)

   U kunt het pictogram wijzigen in een pictogram dat geschikt is voor het HOME-scherm.

   Wachtwoord instellen (Set password)

   U kunt een wachtwoord instellen.

   Voer een wachtwoord in met tussen 4 en 32 alfanumerieke tekens en symbolen van halve breedte.

   Voor HOME-schermen waarvoor een wachtwoord is ingesteld, verschijnt het menu pas nadat het wachtwoord is ingevoerd.

   

   Opnieuw instellen (Reset)

   U kunt het geselecteerde HOME-scherm terugzetten naar de instellingen die u voor het eerst gebruikte met de printer. Wachtwoordinstellingen worden ook geannuleerd als u de oorspronkelijke instellingen terugzet.

Verwante informatie

• Aanraakscherm gebruiken