naar hoofdtekst gaan

Papierbronnen

De cassette aanpassen aan het gebruikte papierformaat

De cassette kan worden aangepast aan drie lengtes. Als u de cassette wilt uittrekken, drukt u de vergrendeling (A) omlaag terwijl u de voorkant naar u toe trekt.

B: Vergrendelingspositie voor het opbergen van de cassette

Stel in op positie B wanneer het apparaat een tijd niet wordt gebruikt of voordat het wordt verscheept. In deze stand zit de cassette tegen het oppervlak van het apparaat. Merk op dat in deze positie geen papier kan worden geplaatst.

C: Vergrendelingspositie voor papier van A4- of Letter-formaat of kleiner

Stel in op positie C voor papier van A4- of Letter-formaat of kleiner. De cassette zit niet tegen het apparaat, maar u kunt deze afdekken door de papieruitvoerlade uit te trekken. Stel de cassette in op deze positie voor normaal gebruik.

D: Vergrendelingspositie voor papier groter dan A4 of Letter

Stel in op positie D voor papier groter dan A4-formaat, zoals Legal. In deze positie wordt de cassette niet helemaal bedekt wanneer u de papieruitvoerlade eruit trekt. (De cassette steekt van nature een stukje uit het apparaat.)

Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden.

Sommige papiersoorten, zoals fotopapier, hebben een verschillende voor- en achterkant. Plaats dit papier met de witste of meest glanzende kant met de afdrukzijde naar beneden.

Opmerking

  • Selecteer voor het afdrukken de juiste papierformaten en -types. Onjuist paginaformaat en onjuiste mediumtype-instellingen kunnen leiden tot een slechte afdrukkwaliteit.

    Raadpleeg deze gedeelten voor instructies over het plaatsen van papier in de cassette.