Cijfers, letters en symbolen invoeren

De invoermodus wijzigen

Het apparaat heeft invoermodi voor kleine letters, hoofdletters en cijfers. Om tussen modi te schakelen, drukt u op de knop (A). Eerst verschijnt de modus voor kleine letters, daarna voor hoofdletters en dan voor cijfers.

De huidige invoermodus wordt aangegeven in de rechterbenedenhoek van het LCD-scherm.

Opmerking

• Alleen cijfers en symbolen die beschikbaar zijn voor het type informatie dat u invoert, zoals cijfers voor de invoer van telefoon- of faxnummers, worden weergegeven.

Cijfers, letters en symbolen invoeren

Druk herhaaldelijk op dezelfde numerieke toets totdat het gewenste teken wordt weergegeven in het invoerveld.

Voer gegevens als volgt in.

• Het invoegpunt (cursorpositie) verplaatsen in het invoerveld

  Druk op de knop of (B).

• Een ingevoerd teken verwijderen

  Plaats de cursor naar het teken dat u wilt verwijderen, en druk daarna op de middelste Functie (Function)-knop (C) om te selecteren.

• Een spatie invoegen

  Druk op de rechter Functie (Function)-knop (D) om Spatie (Space) te selecteren.

• Een symbool invoegen

  Druk herhaaldelijk op de knop (E) om het gewenste symbool weer te geven.

Als u klaar bent, drukt u op de knop OK (F).

Lijst met tekens die aan numerieke knoppen zijn toegewezen

Knop	Kleine-lettermodus (abc)	Hoofdlettermodus (ABC)	Cijfermodus (123)	Fax-/telefoonnr.
			1	1
	abcåäáàãâæç	ABCÅÄÁÀÃÂÆÇ	2	2
	defëéèê	DEFËÉÈÊ	3	3
	gh i ï í ì î	GH I Ï Í Ì Î	4	4
	jkl	JKL	5	5
	mnoñøöóòõô	MNOÑØÖÓÒÕÔ	6	6
	pqrsþ	PQRSÞ	7	7
	tuvüúùû	TUVÜÚÙÛ	8	8
	wxyzý	WXYZÝ	9	9
			0	0
	. @ - _ SP*1 # ! " , ; : ^ ` = / | ' ? $ % & + ( ) [ ] { } < > \*2 ~*2			#
	Wijzigt de invoermodus

• *1 SP': Hiermee wordt een spatie ingevoerd.
• *2 Alleen beschikbaar wanneer netwerkinstellingen worden ingevoerd.