naar hoofdtekst gaan

Informatie over de afzender instellen

U kunt informatie over de afzender instellen, zoals datum/tijd, toestelnaam en fax-/telefoonnummer van toestel.

Informatie over de afzender

Als de naam en het fax-/telefoonnummer van het toestel zijn geregistreerd, worden deze samen met de datum en tijd afgedrukt als afzenderinformatie op de fax van de ontvanger.

  • A: Datum en tijd van verzending
  • B: Fax-/telefoonnummer van toestel
  • C: Toestelnaam
  • D: De naam van geregistreerde ontvangers wordt afgedrukt wanneer faxen worden verzonden.
  • E: Paginanummer

Opmerking

  • U kunt de LIJST GEBRUIKERSGEGEVENS (USER'S DATA LIST) afdrukken om de geregistreerde afzenderinformatie te controleren.

  • Bij het verzenden van faxen in zwart-wit kunt u selecteren of de informatie over de afzender binnen of buiten het beeldgebied wordt afgedrukt.

    Geef de instelling op voor TTI-positie (TTI position) bij Geavanceerde faxinstellingen (Advanced fax settings) onder Faxinstellingen (Fax settings).

  • U kunt de notatie van de af te drukken datum selecteren uit drie notaties: JJJJ/MM/DD (YYYY/MM/DD), MM/DD/JJJJ (MM/DD/YYYY) en DD/MM/JJJJ (DD/MM/YYYY).

    Selecteer de notatie van de af te drukken datum bij Indeling datumweergave (Date display format) onder Andere apparaatinstellingen (Other printer settings).

De datum en tijd instellen

In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het instellen van de datum en tijd.

  1. Controleer of de printer is ingeschakeld.

  2. Selecteer Instellingen (Setup) op het HOME-scherm.

  3. Selecteer Apparaatinstellingen (Printer settings).

  4. Selecteer Andere apparaatinstellingen (Other printer settings).

  5. Selecteer Instelling datum/tijd (Date/time settings).

  6. Stel de datum in.

    1. Selecteer het instellingsitem dat u wilt wijzigen.

    2. Selecteer het nummer dat u wilt invoeren.

      Voer alleen de laatste twee cijfers van het jaar in.

    3. Selecteer OK.

    4. Selecteer nogmaals OK wanneer alle instellingen zijn voltooid.

  7. Stel de tijd in.

    1. Selecteer het instellingsitem dat u wilt wijzigen.

    2. Selecteer het nummer dat u wilt invoeren.

      Voer de datum en tijd in een 24-uursnotatie in.

    3. Selecteer OK.

    4. Selecteer nogmaals OK wanneer alle instellingen zijn voltooid.

Zomertijd instellen

In bepaalde landen wordt het zomertijdsysteem gebruikt. In dit systeem wordt de klok in bepaalde perioden van het jaar vooruitgezet.

U kunt deze printer zo instellen dat de tijd automatisch wordt gewijzigd. Hiervoor moet u de datum en tijd registreren waarop de zomertijd begint en eindigt.

Belangrijk

  • De recentste informatie voor alle landen en regio's wordt niet standaard toegepast voor Instelling zomertijd (Daylight saving time setting). U moet de standaardinstelling aanpassen aan de meest recente informatie voor uw land of regio.

Opmerking

  • Deze instelling is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio.

  1. Controleer of de printer is ingeschakeld.

  2. Selecteer Instellingen (Setup) op het HOME-scherm.

  3. Selecteer Apparaatinstellingen (Printer settings).

  4. Selecteer Andere apparaatinstellingen (Other printer settings).

  5. Selecteer Instelling zomertijd (Daylight saving time setting).

  6. Selecteer AAN (ON).

    Als u zomertijd wilt uitschakelen, selecteert u UIT (OFF).

  7. Stel de datum en tijd in wanneer de zomertijd begint.

    1. Stel de datum in wanneer de zomertijd begint.

      Selecteer de instelling die wilt wijzigen en geef vervolgens de instelling op. Selecteer nogmaals OK wanneer alle instellingen zijn voltooid.

    2. Stel de tijd in (in 24-uursnotatie) wanneer de zomertijd begint.

      Selecteer de instelling die wilt wijzigen en geef vervolgens de instelling op. Selecteer nogmaals OK wanneer alle instellingen zijn voltooid.

  8. Stel de datum en tijd in wanneer de zomertijd eindigt.

    1. Stel de datum in wanneer de zomertijd eindigt.

      Selecteer de instelling die wilt wijzigen en geef vervolgens de instelling op. Selecteer nogmaals OK wanneer alle instellingen zijn voltooid.

    2. Stel de tijd in (in 24-uursnotatie) wanneer de zomertijd eindigt.

      Selecteer de instelling die wilt wijzigen en geef vervolgens de instelling op. Selecteer nogmaals OK wanneer alle instellingen zijn voltooid.

Gebruikersinformatie registreren

In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het registreren van de gebruikersgegevens.

Opmerking

  • Zorg ervoor dat u uw naam en fax-/telefoonnummer invoert bij Toestelnaam (Unit name) en Toestelnummer (Unit TEL) op het scherm Gebruikersgegevens instellen (User information settings) voordat u een fax verzendt (alleen VS).

  1. Controleer of de printer is ingeschakeld.

  2. Selecteer Instellingen (Setup) op het HOME-scherm.

  3. Selecteer Apparaatinstellingen (Printer settings).

  4. Selecteer Faxinstellingen (Fax settings).

  5. Selecteer Gebruikersinstellingen FAX (Fax user settings).

  6. Selecteer Gebruikersgegevens instellen (User information settings).

    Het scherm voor het registreren van de toestelnaam en het fax-/telefoonnummer van het toestel wordt weergegeven.

  7. Voer een toestelnaam in.

    1. Selecteer het invoerveld onder Toestelnaam (Unit name).

      Het scherm voor het invoeren van het teken wordt weergegeven.

    2. Voer een toestelnaam in.

    3. Selecteer OK.

    Opmerking

    • U kunt maximaal 24 tekens inclusief spaties opgeven voor de naam.

  8. Geef het fax-/telefoonnummer van het toestel op.

    1. Selecteer het invoerveld onder Toestelnummer (Unit TEL).

      Het scherm voor het invoeren van het nummer wordt weergegeven.

    2. Geef het fax-/telefoonnummer van het toestel op.

    3. Selecteer OK.

    Opmerking

    • U kunt het fax-/telefoonnummer invoeren (maximaal 20 cijfers, inclusief spaties).

  9. Selecteer Registreren (Register) om de registratie te voltooien.