LAN-instellingen
Selecteer dit instellingsitem bij Instellingen (Settings).
Als u de netwerkinstellingen wilt afdrukken, selecteert u Details afdrukken (Print details) en selecteert u daarna Ja (Yes).
Belangrijk
-
De afdruk van de netwerkinstellingen bevat belangrijke informatie over uw netwerk. Bewaar deze zorgvuldig.
Wi-Fi
-
Lijst Wi-Fi-instellingen
De informatie over de netwerkinstellingen van de printer wordt weergegeven wanneer deze is verbonden via Wi-Fi. (Sommige instellingen worden niet weergegeven, afhankelijk van de printerinstellingen.)
Items Instelling Verbinding (Connection) Ingeschakeld (verbonden)/Ingeschakeld (niet verbonden)/Uitschakelen Netwerknaam (SSID) (Network name (SSID)) XXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXXFrequentie (Frequency) 2,4 GHz/5 GHz Wi-Fi-beveiliging (Wi-Fi security) Inactief/WPA-PSK(TKIP)/WPA-PSK(AES)/WPA2-PSK(TKIP)/WPA2-PSK(AES)/WPA3-SAE(AES) Signaalsterkte (%) (Signal strength (%)) XXX IPv4-adres (IPv4 address) XXX. XXX. XXX. XXX IPv4-subnetmasker (IPv4 subnet mask) XXX. XXX. XXX. XXX IPv4-stdrdgateway (IPv4 default gateway) XXX. XXX. XXX. XXX IPv6 link-local adres (IPv6 link-local address) XXXX: XXXX: XXXX: XXXX:
XXXX: XXXX: XXXX: XXXXMAC-adres (Wi-Fi) (MAC address (Wi-Fi)) XX:XX:XX:XX:XX:XX Printernaam (Printer name) XXXXXXXXXXXXXXX Bonjour-servicenaam (Bonjour service name) XXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXX('XX' staat voor alfanumerieke tekens.)
-
Geavanceerde modus (Advanced mode)
Hiermee schakelt u Wi-Fi in/uit.
-
Wi-Fi-instelling (Wi-Fi setup)
Hiermee selecteert u de instelmethode voor de Wi-Fi-verbinding.
-
Eenvoudig draadloos verbinden (Easy wireless connect)
Selecteer deze optie als u de instellingen voor de toegangspuntinformatie rechtstreeks vanaf een apparaat (zoals een smartphone of tablet) op de printer opgeeft, zonder de draadloze router te gebruiken. Volg de instructies op het scherm van het apparaat dat de verbinding maakt voor de installatieprocedure.
-
Handmatig verbinden (Manual connect)
Selecteer deze optie wanneer u instellingen voor Wi-Fi handmatig wilt instellen met het bedieningspaneel van de printer.
-
WPS (methode drukknop) (WPS (Push button method))
Selecteer deze optie wanneer u instellingen voor Wi-Fi uitvoert vanaf een draadloze router die de drukknopmethode Wi-Fi Protected Setup (WPS) ondersteunt. Volg tijdens de installatie de aanwijzingen op het scherm.
-
Andere verbindingstypen (Other connection types)
-
WPS (pincode gebruiken) (WPS (PIN code method))
Selecteer deze optie wanneer u instellingen voor Wi-Fi uitvoert vanaf een draadloze router die de pincodemethode Wi-Fi Protected Setup (WPS) ondersteunt. Volg tijdens de installatie de aanwijzingen op het scherm.
-
-
-
Geavanceerd (Advanced)
Meer informatie over de verschillende instellingsitems:
Draadloos direct (Wireless Direct)
-
Lijst instellingen Draadloos direct
De informatie over de netwerkinstellingen van de printer wordt weergegeven wanneer deze is verbonden via Draadloos direct. (Sommige instellingen worden niet weergegeven, afhankelijk van de printerinstellingen.)
Items Instelling Verbinding (Connection) In-/uitschakelen Netwerknaam (SSID) (Network name(SSID)) DIRECT-XXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXXWachtwoord (Password) XXXXXXXXXX Frequentie (Frequency) 2,4 GHz/5 GHz Wi-Fi-beveiliging (Wi-Fi security) WPA2-PSK(AES) Aantal nu verbon-den apparaten (No. of devices connected now) XX/XX IPv4-adres (IPv4 address) XXX. XXX. XXX. XXX IPv4-subnetmasker (IPv4 subnet mask) XXX. XXX. XXX. XXX IPv4-stdrdgateway (IPv4 default gateway) XXX. XXX. XXX. XXX IPv6 link-local adres (IPv6 link-local address) XXXX: XXXX: XXXX: XXXX:
XXXX: XXXX: XXXX: XXXXMAC-adres (Wi-Fi) (MAC address (Wi-Fi)) XX:XX:XX:XX:XX:XX Printernaam (Printer name) XXXXXXXXXXXXXXX Bonjour-servicenaam (Bonjour service name) XXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXX('XX' staat voor alfanumerieke tekens.)
-
Verbinden met smartphone (Connect to smartphone)
Maakt het mogelijk de smartphone met de printer te verbinden door de QR-code die op het LCD-scherm wordt weergegeven, te lezen met de smartphone of door handmatig de netwerknaam en het wachtwoord op te halen.
-
Geavanceerde modus (Advanced mode)
Draadloos direct inschakelen/uitschakelen.
-
Netwerknaam (SSID) wijzigen (Change network name (SSID))
Hiermee wijzigt u de id (SSID)/de printernaam die wordt weergegeven op een Wi-Fi Direct-compatibel apparaat voor Draadloos direct.
-
Wachtwoord wijzigen (Change password)
Hiermee wijzigt u het wachtwoord voor Draadloos direct.
-
Verbindingsverzoek bevestigen (Confirm connection request)
Als u AAN (ON) selecteert, wordt het bevestigingsscherm weergegeven wanneer een Wi-Fi Direct-compatibel apparaat verbinding maakt met de printer.
-
2.4GHz/5GHz-switch (2.4GHz/5GHz switch)
Selecteer de frequentie voor Draadloos direct.
-
Geavanceerd (Advanced)
Meer informatie over de verschillende instellingsitems:
Geavanceerd (Advanced)
-
Printernaam inst. (Set printer name)
Hiermee geeft u de printernaam op. U kunt maximaal 15 tekens voor de naam invoeren.
Opmerking
-
U kunt niet dezelfde printernaam gebruiken als een naam die in gebruik is voor andere op het LAN aangesloten apparaten.
-
Het eerste en laatste teken van de printernaam mag geen liggend streepje zijn.
-
-
TCP/IP-instellingen (TCP/IP settings)
Hiermee voert u een IPv4- of IPv6-instelling uit.
-
WSD-instelling (WSD setting)
Wanneer u items instelt wanneer u WSD gebruikt (een van de netwerkprotocollen die worden ondersteund in Windows).
-
WSD in/uitschakelen (Enable/disable WSD)
Hiermee selecteert u of WSD is in- of uitgeschakeld.
Opmerking
-
Als deze instelling is ingeschakeld, wordt het printerpictogram weergegeven in de netwerkverkenner in Windows.
-
-
Inkomende WSD optimaliseren (Optimize inbound WSD)
Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u de WSD-afdrukgegevens sneller ontvangen.
-
WSD-scan vanaf dit apparaat (WSD scan from this device)
Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u de gescande gegevens via WSD naar de computer verzenden. Als u de gescande gegevens wilt overzetten, drukt u op de knop Kleur (Color).
Opmerking
-
Wanneer u de gescande gegevens via WSD naar de computer doorstuurt, kunt u geen documenttype selecteren.
-
-
Time-outinstelling (Timeout setting)
Hiermee geeft u de duur van de time-out op.
-
-
Bonjour-instellingen (Bonjour settings)
Items instellen wanneer u Bonjour gebruikt.
-
Bonjour in-/uitschakelen (Enable/disable Bonjour)
Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u Bonjour gebruiken om de netwerkinstellingen uit te voeren.
-
Servicenaam (Service name)
Hiermee geeft u de Bonjour-servicenaam op. U kunt maximaal 48 tekens voor de naam invoeren.
Opmerking
-
U kunt niet dezelfde servicenaam gebruiken als een naam die in gebruik is voor andere op het LAN aangesloten apparaten.
-
-
-
LPR-protocolinstelling (LPR protocol setting)
Schakelt de LPR-instelling in/uit.
-
RAW-protocol (RAW protocol)
Hiermee wordt RAW afdrukken in- of uitgeschakeld.
-
LLMNR
Hiermee wordt LLMNR (Link-Local Multicast Name Resolution) in- of uitgeschakeld. Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kan de printer het IP-adres van de printer detecteren via de printernaam zonder een DNS-server.
-
IPP-instellingen (IPP settings)
Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u via het netwerk afdrukken met het IPP-protocol.
-
PictBridge-communicatie (PictBridge communication)
Hiermee kunt u opties instellen voor afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat (Wi-Fi).
-
Communicatie in-/uitschakelen (Enable/disable communication)
Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat (Wi-Fi).
-
Time-outinstelling (Timeout setting)
Hiermee geeft u de duur van de time-out op.
-
-
DRX-instelling voor Wi-Fi (Wi-Fi DRX setting)
Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u niet-continue ontvangst activeren wanneer u Wi-Fi (niet-continue ontvangst) gebruikt.
Opmerking
-
Afhankelijk van de Wi-Fi-router die u gebruikt, kan niet-continue ontvangst mogelijk niet worden geactiveerd, ook al is Inschakelen (Enable) geselecteerd.
-
Discontinue ontvangst wordt alleen ingeschakeld wanneer de printer stand-by staat. (Het LCD-scherm staat in de schermbeveiligingsmodus.)
-
-
IPsec-instellingen (IPsec settings)
Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u de IPsec-beveiliging opgeven.