Instellen - Telefoonlijn aansluiten
Breng een lijnverbinding tot stand en selecteer diverse instellingen voor het gebruik van de faxfuncties.
-
Zorg dat de printer is ingeschakeld.
-
Druk op de knop
op de printer. -
Gebruik de knoppen

om Faxinstellingen (Fax settings) te selecteren. -
Druk op de knop OK.

-
Controleer of Handmatige inst. (Easy setup) is geselecteerd en druk op de knop OK.

-
Controleer of Instelling starten (Start setup) is geselecteerd en druk op de knop OK.

-
Sluit de meegeleverde telefoonkabel aan op de aansluiting met de aanduiding
op de achterkant van de printer.
-
Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op de aansluiting in de muur.
<Voorbeeld van aansluiting>

-
Druk op de knop OK.

-
Verwijder het kapje van de aansluiting met de aanduiding
op de achterkant van de printer en sluit vervolgens de printer met een telefoonkabel op de telefoon aan.
-
Als u maar één telefoonlijn hebt, is het niet mogelijk een telefoon en een faxapparaat op verschillende aansluitingen in de muur aan te sluiten (kabelaansluiting).

-
-
Druk op de knop OK.

-
Druk op de knop OK om een verbindingstest uit te voeren om te controleren of de telefoonkabel correct is aangesloten.

Als geen van bovenstaande maatregelen het probleem oplost, is de printer mogelijk defect of wordt het probleem door iets anders veroorzaakt.
Neem contact op met het servicecentrum zodat we de situatie uitgebreid kunnen controleren.
-
Als de telefoonkabel correct is aangesloten, wordt het type telefoonlijn automatisch geïdentificeerd.

-
Controleer of Fax/spraak delen (Sharing FAX/voice) is geselecteerd en druk op de knop OK.

-
Druk op de knop OK.

-
Controleer de opgegeven instellingen en druk op de knop OK.

De verbinding van de telefoonlijn is voltooid.
Stel vervolgens de afzendergegevens en de datum en tijd in. Ga door naar de volgende pagina.

