Het apparaat kan mogelijk geen verbinding maken met het netwerk.' wordt weergegeven

1. Controle 1 Controleer de instellingen van de draadloze router.

   Als de DHCP-functie van de draadloze router uit staat, schakelt u deze in of geeft u het IP-adres (alleen IPv4) van de printer op en voert u de instellingen van de draadloze verbinding opnieuw uit. Controleer ook of het geselecteerde WEP-sleutelnummer en het ingevoerde wachtwoord juist zijn.

 

Wanneer u het IP-adres van de printer opgeeft

Geef het IP-adres van de printer als volgt op.

1. Tik op .
2. Tik op (A).
   
3. Tik op Wi-Fi.
4. Tik op Instellingen (Settings).
5. Tik op Geavanceerd (Advanced).
6. Tik op TCP/IP-instellingen (TCP/IP settings).
7. Tik op IPv4.
8. Tik op Ja (Yes).
9. Tik op IP-adres (IP address).
10. Tik op Handmatige instelling (Manual setup).

Volg de instructies op het scherm om door te gaan met de instelling.

Wanneer u de instellingen hebt voltooid, tikt u op en stelt u nogmaals een draadloze verbinding in.

• Geef opnieuw rechtstreeks de naam van de draadloze router op

1. Controle 2 Wanneer de DHCP-functie actief is, voert u de instellingen van de draadloze verbinding direct op de draadloze router in.

   • Geef opnieuw rechtstreeks de naam van de draadloze router op

2. Controle 3 Wanneer er geen probleem met het WEP-sleutelnummer en het wachtwoord is, voert u de naam van de draadloze router nogmaals direct in.

   • Geef opnieuw rechtstreeks de naam van de draadloze router op

   Raadpleeg de handleiding bij de draadloze router of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het controleren of wijzigen van de instellingen van de draadloze router.