Bedrade verbinding
Volg de onderstaande procedure om een printer in te stellen.
Voordat u begint met het instellen van een bekabelde verbinding
-
Zorg dat de printer is ingeschakeld.
Wanneer de printer is ingeschakeld, brandt het AAN (ON)-lampje (A).
(Wordt weergegeven in een nieuw venster)
Als de printer een reiniging, uitlijning van de printkop of ander proces uitvoert
Wacht tot het proces is voltooid voordat u met de installatie begint.
-
U hebt een Ethernet-kabel nodig (afzonderlijk verkrijgbaar).
-
Verwijder het kapje (B) van de poort linksachter op de printer.
-
Verbindt de printer en een netwerkapparaat (router en dergelijke) met een Ethernet-kabel (C).
Niet verbinden met een andere poort.
-
Als links in het scherm wordt weergegeven, tikt u op .
-
Tik op (D).
-
Tik op LAN-instellingen (LAN settings).
-
Tik op Bedraad LAN (Wired LAN).
-
Tik op Bedraad LAN actief/inactief (Wired LAN active/inactive).
-
Tik op Actief (Active).
-
Tik op links in het scherm.
Wanneer de verbinding is voltooid, verschijnt linksonder op het scherm.
Het instellen van de netwerkverbinding is nu voltooid.