naar hoofdtekst gaan

WCN-verbinding

  1. Tik op Andere verbindingstypen (Other connection types).

    Scherm Wi-Fi-instelling: Andere verbindingstypen selecteren
  2. Tik op WPS (pincode gebruiken) (WPS (PIN code method)).

    Scherm Andere verbindingstypen: WPS (pincode gebruiken) selecteren
  3. Wanneer het scherm hieronder wordt weergegeven, noteert u de PIN-code.

    Scherm WPS (pincode gebruiken): Stel de onderstaande PIN-code binnen 10 minuten op de draadloze router in.
  4. Volg de onderstaande procedure om de computerinstellingen te voltooien.

    De instellingsprocedures hangen af van uw besturingssysteem.

    Windows 10

    1. Selecteer in het menu Start van de computer de optie Systeem (Windows System).

    2. Selecteer Deze pc (This PC).

    3. Selecteer Netwerk (Network).

    Windows 8.1

    1. Klik op pijl linksonder op het Start-scherm van de computer.

    2. Selecteer Deze pc (This PC).

    3. Selecteer Netwerk (Network).

    Windows 7

    1. Selecteer in het menu Starten (Start) van de computer de optie Computer.

    2. Selecteer Netwerk (Network).

  5. Selecteer Apparaten en printers toevoegen (Add devices and printers) in het menu Netwerk (Network) of Apparaat aan het draadloos netwerk toevoegen (Add a wireless device) in het menu.

  6. Volg de instructies op het scherm van de computer om door te gaan met de instelling en voer vervolgens de PIN-code in.

    Opmerking

    • Zie Windows Help als u niet weet hoe u de WCN-instellingen moet configureren.
  7. Wanneer het scherm hieronder verschijnt, tikt u op OK.

    Voltooiingsscherm (Verbinding met de draadloze router.)

    Als er een ander scherm wordt weergegeven, raadpleegt u 'Problemen oplossen'.

  8. Tik op HOME links in het scherm.

    Het scherm HOME

    Het instellen van de netwerkverbinding is nu voltooid.

    Wanneer de verbinding is voltooid, wordt Netwerk linksonder op het scherm weergegeven.

    Als u een installatie uitvoert met software, gaat u terug naar de software en gaat u door met de installatie.

    Klik op het pictogram Instellingen in de taakbalk (taskbar) en volg de instructies op het scherm om door te gaan met de instelling.

    taakbalk