De verbindingsmodus wijzigen
U kunt een andere verbindingsmodus kiezen of het SSID en ander instellingen op de printer wijzigen.
Wanneer u de printer voor het eerst verbindt, moet u de printer installeren. Keer terug naar de toepassingssoftware en installeer de printer.
-
Druk op de knop Terug (Back) (A) van de printer tot het volgende scherm wordt weergegeven.
-
Druk op de knop OK.
-
Gebruik de knop of (B) om Apparaatinstellingen (Device settings) te selecteren en druk vervolgens op de knop OK.
-
Selecteer LAN-instellingen (LAN settings) en druk op de knop OK.
-
Selecteer de verbindingsmodus die u wilt gebruiken, en druk vervolgens op de knop OK om door te gaan met het instellen.
Als Wi-Fi is ingesteld
Druk op de knop OK in het stand-byscherm voor kopiëren, selecteer vervolgens Wi-Fi-instelling (Wi-Fi setup) en druk nogmaals op de knop OK.
Selecteer een installatiemethode voor draadloze verbindingen in het weergegeven scherm.
Nadat de printer met een draadloze router is verbonden, moet u uw apparaat (zoals een computer) verbinden met de draadloze router in het Wi-Fi-instellingenscherm op uw apparaat.
Wanneer u de instellingen voor Draadloos direct wijzigt
Druk op de knop OK in het stand-byscherm voor kopiëren, selecteer Apparaatinstellingen (Device settings) > LAN-instellingen (LAN settings) > Draadloos direct (Wireless Direct) > SSID/apparaatnaam wijzigen (Change SSID/device name) of Wachtwoord wijzigen (Change password), druk op de knop OK en wijzig vervolgens de SSID of het Wachtwoord.