naar hoofdtekst gaan

Wi-Fi-verbinding

Opmerking

  1. Controleer het scherm dat wordt weergegeven op de printer.

    Het scherm HOME

    Opmerking

    • Als er een ander scherm dan het HOME-scherm wordt weergegeven, controleer dan het volgende.

      • Als het volgende scherm wordt weergegeven

        Scherm Eenv. draadloos verbinden: Volg de instructies op de computer of smartphone.

        Druk op de knop Stoppen (Stop) (A) en ga verder met stap 3.

      • Als het volgende scherm wordt weergegeven

        Als fout 3440, fout 3441 of 'Eenv. draadloos verbinden is voltooid.' wordt weergegeven, drukt u op de knop OK en gaat u verder met stap 2.

      Als een ander foutscherm wordt weergegeven, gebruikt u de knop Sluiten om uw huidige toepassingssoftware af te sluiten en voert u de installatie opnieuw uit.

      Het beginvenster van de printerinstallatie wordt weergegeven via het scherm voor modelselectie.

  2. Gebruik de knop Links of Rechts (A) om instelling (B) te selecteren en druk vervolgens op de knop OK.

    De weergave van (Netwerk (Network)) varieert, afhankelijk van de netwerkverbindingsstatus van de printer.

  3. Selecteer LAN-instellingen (LAN settings) en druk op de knop OK.

  4. Selecteer Wi-Fi en druk op de knop OK.

  5. Selecteer Wi-Fi-instelling (Wi-Fi setup) en druk op de knop OK.

  6. Selecteer hieronder een verbindingsmethode.