naar hoofdtekst gaan

Bedrade verbinding starten

Volg de onderstaande procedure om een printer in te stellen.

Opmerking

  1. U hebt een Ethernet-kabel nodig (afzonderlijk verkrijgbaar).

  2. Zorg dat de printer is ingeschakeld voordat u de bedrade verbinding instelt.

    Wanneer de printer is ingeschakeld, brandt het AAN (ON)-lampje.

    Belangrijk

    • Als de printer wordt gereinigd, printkoppen worden uitgelijnd of een ander proces wordt uitgevoerd, wacht u tot dit proces is voltooid voordat u de installatie start.
  3. Controleer het scherm dat wordt weergegeven op de printer.

    Als het volgende scherm wordt weergegeven, tikt u op Afsluiten (Exit) of Voltooien (Finish).

    Scherm met URL om app te downloaden: Wilt u nu een computer of smartphone met de printer verbinden. Installatie voltooien

    Als een van de volgende schermen wordt weergegeven, gaat u door naar Als een ander scherm wordt weergegeven:.

    Scherm met groene stip: volg de instructies op de computer of smartphone.
    Scherm zonder groene stip: volg de instructies op de computer of smartphone.

    Als een ander scherm wordt weergegeven, gaat u door met de volgende stap.

  4. Controleer op het printerscherm of Draadloos verbinden (met een groene stip) wordt weergegeven.

    Als Draadloos verbinden (met een groene stip) wordt weergegeven, gaat u door naar Als Draadloos verbinden (met groene stip) wordt weergegeven:.
    Als Draadloos verbinden (zonder groene stip) wordt weergegeven, of als Draadloos verbinden (met groene stip) of Draadloos verbinden (zonder groene stip) allebei niet worden weergegeven, gaat u door naar Als een ander scherm wordt weergegeven:.

Als Draadloos verbinden (met groene stip) wordt weergegeven:

  1. Verwijder het kapje (A) van de poort linksachter op de printer.

  2. Verbind de printer en een netwerkapparaat (router en dergelijke) met een Ethernet-kabel (B).

    Niet verbinden met een andere poort.

    Opmerking

    • Wacht ongeveer 20 seconden totdat een bedrade LAN-verbinding wordt gedetecteerd.
  3. Controleer of Draadloos verbinden (met een groene stip) op het scherm is veranderd in Draadloos verbinden (zonder groene stip).

    Als het niet is veranderd, voert u de handelingen uit vanaf stap Als het volgende scherm niet wordt weergegeven, selecteert u (Stoppen) en daarna (HOME). in 'Als een ander scherm wordt weergegeven:'.

  4. Ga door met de installatie, afhankelijk van uw omgeving.

    Terug naar app

Als een ander scherm wordt weergegeven:

  1. Verwijder het kapje (A) van de poort linksachter op de printer.

  2. Verbind de printer en een netwerkapparaat (router en dergelijke) met een Ethernet-kabel (B).

    Niet verbinden met een andere poort.

  3. Als het volgende scherm niet wordt weergegeven, selecteert u (Stoppen (Stop)) en daarna (HOME).

    Als het volgende scherm wordt weergegeven, gaat u verder met de volgende stap.

    Het scherm HOME
  4. Tik op (Netwerk (Network)).

    De weergave van (Netwerk (Network)) varieert, afhankelijk van de netwerkverbindingsstatus van de printer.

    Opmerking

    • Als de beheerdersmodus of schermvergrendeling is ingeschakeld, wordt het instellingenscherm mogelijk niet weergegeven voor standaardgebruikers. Vraag uw netwerkbeheerder om de instellingen.
  5. Tik op Bedraad LAN (Wired LAN).

  6. Tik op Bedraad LAN in-/uitschakelen (Enable/disable Wired LAN).

  7. Tik op Inschakelen (Enable)

  8. Als het volgende scherm wordt weergegeven, tikt u op OK.

    Als het volgende scherm niet wordt weergegeven, gaat u verder met de volgende stap.

    Scherm Bedraad LAN: Met bedraad LAN worden Wi-Fi en Directe verbinding uitgeschakeld
  9. Selecteer (HOME).

    Het instellen van de netwerkverbinding is nu voltooid.

    Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, wordt Pictogram Bedraad LAN ingeschakeld linksonder op het scherm weergegeven.

  10. Ga door met de installatie, afhankelijk van uw omgeving.

    Terug naar app