Bedrade verbinding starten
Volg de onderstaande procedure om een printer in te stellen.
Opmerking
- Opmerkingen over bedrade verbinding (Wordt weergegeven in een nieuw venster)
-
U hebt een Ethernet-kabel nodig (afzonderlijk verkrijgbaar).

-
Zorg dat de printer is ingeschakeld voordat u de bedrade verbinding instelt.
Wanneer de printer is ingeschakeld, brandt het AAN (ON)-lampje.

Belangrijk- Als de printer wordt gereinigd, printkoppen worden uitgelijnd of een ander proces wordt uitgevoerd, wacht u tot dit proces is voltooid voordat u de installatie start.
-
Controleer het scherm dat wordt weergegeven op de printer.
Als het volgende scherm wordt weergegeven, tikt u op Afsluiten (Exit) of Voltooien (Finish).

Als een van de volgende schermen wordt weergegeven, gaat u door naar Als een ander scherm wordt weergegeven:.


Als een ander scherm wordt weergegeven, gaat u door met de volgende stap.
-
Controleer op het printerscherm of
(met een groene stip) wordt weergegeven.Als
(met een groene stip) wordt weergegeven, gaat u door naar Als
(met groene stip) wordt weergegeven:.
Als
(zonder groene stip) wordt weergegeven, of als
(met groene stip) of
(zonder groene stip) allebei niet worden weergegeven, gaat u door naar Als een ander scherm wordt weergegeven:.
Als
(met groene stip) wordt weergegeven:
-
Verwijder het kapje (A) van de poort linksachter op de printer.
-
Verbind de printer en een netwerkapparaat (router en dergelijke) met een Ethernet-kabel (B).
Niet verbinden met een andere poort.
Opmerking- Wacht ongeveer 20 seconden totdat een bedrade LAN-verbinding wordt gedetecteerd.
-
Controleer of
(met een groene stip) op het scherm is veranderd in
(zonder groene stip).Als het niet is veranderd, voert u de handelingen uit vanaf stap Als het volgende scherm niet wordt weergegeven, selecteert u
(Stoppen) en daarna
(HOME). in 'Als een ander scherm wordt weergegeven:'. -
Ga door met de installatie, afhankelijk van uw omgeving.
Als een ander scherm wordt weergegeven:
-
Verwijder het kapje (A) van de poort linksachter op de printer.
-
Verbind de printer en een netwerkapparaat (router en dergelijke) met een Ethernet-kabel (B).
Niet verbinden met een andere poort.
-
Als het volgende scherm niet wordt weergegeven, selecteert u
(Stoppen (Stop)) en daarna
(HOME).Als het volgende scherm wordt weergegeven, gaat u verder met de volgende stap.

-
Tik op
(Netwerk (Network)).De weergave van
(Netwerk (Network)) varieert, afhankelijk van de netwerkverbindingsstatus van de printer.
Opmerking- Als de beheerdersmodus of schermvergrendeling is ingeschakeld, wordt het instellingenscherm mogelijk niet weergegeven voor standaardgebruikers. Vraag uw netwerkbeheerder om de instellingen.
-
Tik op Bedraad LAN (Wired LAN).
-
Tik op Bedraad LAN in-/uitschakelen (Enable/disable Wired LAN).
-
Tik op Inschakelen (Enable)
-
Als het volgende scherm wordt weergegeven, tikt u op OK.
Als het volgende scherm niet wordt weergegeven, gaat u verder met de volgende stap.

-
Selecteer
(HOME).
Het instellen van de netwerkverbinding is nu voltooid.
Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, wordt
linksonder op het scherm weergegeven. -
Ga door met de installatie, afhankelijk van uw omgeving.
