naar hoofdtekst gaan

Bedrade verbinding starten

Volg de onderstaande procedure om een printer in te stellen.

Opmerking

  1. U hebt een Ethernet-kabel nodig (afzonderlijk verkrijgbaar).

    afbeelding: Ethernet-kabel
  2. Verwijder het kapje (A) van de poort linksachter op de printer.

    afbeelding: Verwijder het kapje
  3. Verbind de printer en een netwerkapparaat (router en dergelijke) met een Ethernet-kabel (B).

    Niet verbinden met een andere poort.

    afbeelding: Ethernet-kabel verbinden
  4. Zorg dat de printer is ingeschakeld.

    Wanneer de printer is ingeschakeld, brandt of knippert het AAN (ON)-lampje (C).

    afbeelding: AAN-lampje brandt of knippert

    Belangrijk

    • Als de printer wordt gereinigd, printkoppen worden uitgelijnd of een ander proces wordt uitgevoerd, wacht u tot dit proces is voltooid voordat u de installatie start.
  5. Controleer het scherm dat wordt weergegeven op de printer.

Als geen van de volgende schermen wordt weergegeven:

HOME-scherm:Gereed om af te drukken
Scherm Instellen voltooid: Instellen is voltooid
Scherm Eenv. draadl. verb.: [Eenv. draadl. verb.] is voltooid
Scherm Eenv. draadl. verb.: Volg de instructies op de pc of smartphone enz.
  1. Start de printer opnieuw op.

    Druk op de knop AAN (ON) om de printer uit te schakelen en schakel deze vervolgens weer in.

    Belangrijk

    • Als er een USB-kabel is aangesloten op de printer, koppelt u deze los.
  2. Nadat u het volgende in uw besturingssysteem hebt voltooid, klikt u op de knop Sluiten in de webbrowser om deze handleiding te sluiten.

    Als u een installatie uitvoert met software, gaat u terug naar de software en gaat u door met de installatie.

    Windows

    Klik op het pictogram Instellingen in de taakbalk onder aan het computerscherm () en volg daarna de instructies op het scherm om door te gaan met de instelling.

    macOS

    Klik op het pictogram Instellingen in het Dock onder aan het computerscherm () en volg daarna de instructies op het scherm om door te gaan met de instelling.

Als een van de volgende schermen wordt weergegeven:

HOME-scherm:Gereed om af te drukken
Scherm Instellen voltooid: Instellen is voltooid
Scherm Eenv. draadl. verb.: [Eenv. draadl. verb.] is voltooid
Scherm Eenv. draadl. verb.: Volg de instructies op de pc of smartphone enz.
  1. Als het volgende scherm niet wordt weergegeven, drukt u een- of tweemaal op de knop OK (D) om het scherm weer te geven.

    afbeelding: Als het HOME-scherm niet wordt weergegeven, drukt u op de knop OK.
  2. Druk op de knop Instellingen (Setup) (E).

  3. Gebruik de knop Links of Rechts (F) om Apparaatinstellingen (Device settings) te selecteren en druk vervolgens op de knop OK.

  4. Selecteer LAN-instellingen (LAN settings) en druk op de knop OK.

  5. Selecteer Bedraad LAN (Wired LAN) en druk op de knop OK.

  6. Selecteer Bedr. LAN in-/uitsch. (Enab./dis. wired LAN) en druk op de knop OK.

  7. Selecteer Inschakelen (Enable) en druk op de knop OK.

  8. Als het onderstaande scherm wordt weergegeven, drukt u op de knop OK.

    Als het volgende scherm niet wordt weergegeven, gaat u verder met de volgende stap.

    Scherm Bedraad LAN: Met bedraad LAN worden Wi-Fi en Directe verbinding uitgeschakeld
  9. Druk op de knop Instellingen (Setup).

    Het instellen van de netwerkverbinding is nu voltooid.

    Wanneer de verbinding is voltooid, wordt het LAN-pictogram weergegeven op het scherm.

  10. Nadat u het volgende in uw besturingssysteem hebt voltooid, klikt u op de knop Sluiten in de webbrowser om deze handleiding te sluiten.

    Als u een installatie uitvoert met software, gaat u terug naar de software en gaat u door met de installatie.

    Windows

    Klik op het pictogram Instellingen in de taakbalk onder aan het computerscherm () en volg daarna de instructies op het scherm om door te gaan met de instelling.

    macOS

    Klik op het pictogram Instellingen in het Dock onder aan het computerscherm () en volg daarna de instructies op het scherm om door te gaan met de instelling.