Zorg dat de printer is ingeschakeld voordat u de draadloze verbinding instelt.

Wanneer de printer is ingeschakeld, brandt het AAN (ON)-lampje (A).

Belangrijk

• Als de printer wordt gereinigd, printkoppen worden uitgelijnd of een ander proces wordt uitgevoerd, wacht u tot dit proces is voltooid voordat u de installatie start.

Controleer het scherm dat wordt weergegeven op de printer.

Als het volgende scherm wordt weergegeven, tikt u op Afsluiten (Exit) en gaat u door met de volgende stap.

Als het volgende scherm wordt weergegeven, selecteert u (Stoppen (Stop)) en gaat u door met de volgende stap.

Als een ander scherm wordt weergegeven, gaat u door met de volgende stap.

Selecteer (HOME).

Opmerking

• Als een foutscherm wordt weergegeven, tikt u op OK en selecteert u (HOME).