Verklarende woordenlijst

AES: Een beveiligingsalgoritme; voorkomt decodering door de beveiligingssleutel (wachtwoord) te verdelen en door herhaaldelijk substituties en permutaties uit te voeren. Het is veiliger dan TKIP.
Kanaalbandbreedte: Een bandbreedte die wordt ingenomen binnen een Wi-Fi-frequentieband. 20 MHz wordt aanbevolen; 40 MHz (IEEE802.11n/ac) en 80 MHz (IEEE802.11ac) zijn optioneel beschikbaar voor hogere datasnelheden.
DHCP-functie: Een functie om automatisch vereiste gegevens (zoals het IP-adres) toe te wijzen aan computers, printers of andere apparaten die zijn verbonden met het netwerk.
IEEE802.11a: Een standaard voor draadloze netwerken die gebruikmaakt van de 5 GHz-band; maakt communicatie mogelijk met een maximumsnelheid van 54 Mbps.
IEEE802.11ac: Ook wel bekend als Wi-Fi 5. Het is een draadloze netwerkstandaard die gebruikmaakt van de 5 GHz-band; maakt communicatie mogelijk met een maximale overdrachtssnelheid van 6,93 Gbps bij gebruik met een maximale kanaalbandbreedte van 80 MHz.
Compatibel met IEEE802.11n zowel in de 5 GHz-band als IEEE802.11a.
IEEE802.11b: Een standaard voor draadloze netwerken die gebruikmaakt van de 2,4 GHz-band; maakt communicatie mogelijk met een maximumsnelheid van 11 Mbps.
IEEE802.11g: Een standaard voor draadloze netwerken die gebruikmaakt van de 2,4 GHz-band; maakt communicatie mogelijk met een maximumsnelheid van 54 Mbps.
Compatibel met IEEE802.11b.
IEEE802.11n: Ook wel bekend als Wi-Fi 4. Het is een draadloze netwerkstandaard die gebruikmaakt van de 2,4 GHz- en de 5 GHz-band; maakt communicatie mogelijk met een maximale overdrachtssnelheid van 600 Mbps bij gebruik met een maximale kanaalbandbreedte van 40 MHz.
Compatibiliteit met IEEE802.11b/g en IEEE802.11a wordt bereikt in respectievelijk de 2,4 GHz-band en de 5 GHz-band.
IP-adres: Een numerieke identificatie die wordt toegewezen aan elke computer of elk netwerkapparaat dat is verbonden met een netwerk.
IPv4: Een internetprotocol voor het beheren van IP-adressen.
Gewoonlijk worden IPv4-adressen automatisch toegewezen aan communicatieapparaten zoals computers die zijn verbonden met een netwerk.
IPv6: Een internetprotocol voor het beheren van IP-adressen.
Gewoonlijk worden IPv6-adressen automatisch toegewezen aan communicatieapparaten zoals computers die zijn verbonden met een netwerk.
MAC-adres: Een uniek nummer dat aan elk netwerkapparaat wordt toegekend.
MAC-adresfiltering: Een functie voor het blokkeren van toegang vanaf niet-geautoriseerde apparaten door de MAC-adressen op te slaan.
Netwerk: Een systeem om informatie uit te wisselen tussen apparaten (zoals computers) door deze met elkaar te verbinden. Internet is een type netwerk.
Netwerknaam (SSID): Een naam om een draadloze router in een draadloos netwerk te identificeren.
Router: Een apparaat dat fungeert als brug tussen apparaten (computers, printers en dergelijke) in een netwerk of dat de communicatie ertussen mogelijk maakt.
SSID uitzenden: Het door een draadloze router met regelmatige tussenpozen verzenden van een signaal waarmee de netwerknaam (SSID) wordt bekendgemaakt.
Verborgen modus: Een functie waarmee wordt voorkomen dat de netwerknaam (SSID) van de draadloze router wordt weergegeven op andere Wi-Fi-apparaten.
TKIP: Een beveiligingsprotocol; periodieke vernieuwing van de beveiligingssleutel (wachtwoord) voorkomt decodering door derden.
USB: Een standaard voor het aansluiten van randapparaten (zoals printers) op computers en andere apparaten.
Wi-Fi: Een merknaam die is gereserveerd voor producten die voldoen aan de interoperabiliteitstests van de Wi-Fi Alliance. Uw printer is een door Wi-Fi geautoriseerd product. Het kan ook verwijzen naar een LAN (Local Area Network) waarvoor geen kabels vereist zijn.
Directe verbinding: Een methode om de printer rechtstreeks met een computer of andere apparaten te verbinden zonder een draadloze router te gebruiken.
Draadloze router: Een apparaat dat dient als een brug bij het tot stand brengen van een draadloos netwerk.
WPA: Een beveiligingsprotocol voor draadloze netwerken met een verbeterde beveiliging vergeleken met WEP.
WPA2: Een beveiligingsprotocol voor draadloze netwerken met een verbeterde beveiliging ten opzichte van WPA.
WPA3: Een beveiligingsprotocol voor draadloze netwerken. Dit is een nieuwe versie van WPA2. Hoge beveiliging kan worden bereikt, ongeacht de lengte van de beveiligingssleutel (wachtwoord).
WPS: Een standaard waarmee eenvoudig draadloze verbindingen tussen apparaten en beveiligingsinstellingen kunnen worden ingesteld. Zowel beveiliging via knoppen als via PIN-code is beschikbaar. WPS staat voor Wi-Fi Protected Setup.