naar hoofdtekst gaan

Dialoogvenster Instellingen (OCR)

Klik op OCR op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (OCR) (Settings (OCR)) weer te geven.

In het dialoogvenster Instellingen (OCR) (Settings (OCR)) kunt u geavanceerde instellingen opgeven om tekst te extraheren uit gescande afbeeldingen.

afbeelding: Dialoogvenster Instellingen

Belangrijk

  • De weergegeven items en beschikbare instellingen hangen af van uw scanner of printer.

(1) Gebied Scanopties

Bron selecteren (Select Source)

Hiermee kunt u het type item selecteren dat moet worden gescand.

  • Items scannen vanaf de glasplaat: Document, Tijdschrift (Magazine) of Document (glasplaat) (Document (Platen))
  • Documenten scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer): Document, Document (ADF) of Document (ADF handmatig dubbelzijdig) (Document (ADF Manual Duplex))

Opmerking

  • Wanneer Document is geselecteerd terwijl documenten in de ADF zijn geplaatst en bij Papierformaat (Paper Size) een formaat is geselecteerd dat scannen vanuit de ADF ondersteunt, worden items gescand die in de ADF zijn geplaatst.
Kleurenmodus (Color Mode)
Hier kunt u de kleurenmodus selecteren waarmee het item moet worden gescand.
Papierformaat (Paper Size)

Selecteer de grootte van het item dat u wilt scannen.

Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het papierformaat kunt opgeven. Selecteer een Eenheid (Unit), voer de Breedte (Width) en Hoogte (Height) in en klik vervolgens op OK.

afbeelding: dialoogvenster Aangepast formaat

Belangrijk

  • Aangepast (Custom) kan mogelijk niet worden geselecteerd, afhankelijk van de instelling voor Bron selecteren (Select Source).

Opmerking

  • Klik op Standaard (Defaults) om de opgegeven instellingen te herstellen naar de standaardinstellingen.
Resolutie (Resolution)

Selecteer de resolutie van het item dat u wilt scannen.

Hoe hoger de resolutie (waarde), hoe gedetailleerder de afbeelding.

Opmerking

  • Voor Resolutie (Resolution) kan alleen 300 dpi of 400 dpi worden ingesteld.
Instellingen scanstand document... (Document Scan Orientation Settings...)

Dit wordt weergegeven wanneer u Document of ADF selecteert bij Bron selecteren (Select Source).

Klik om het dialoogvenster Instellingen voor scanstand document (Document Scan Orientation Settings) weer te geven waarin u de afdrukstand en inbindzijde van de documenten die worden gescand vanuit de ADF kunt instellen.

afbeelding: Dialoogvenster Instellingen voor scanstand document

Belangrijk

  • Inbindzijde (Binding Side) kan niet worden opgegeven als alleen de voorzijde van elk document wordt gescand.
Beide zijden scannen bij het scannen uit de ADF (Scan both sides when scanning from the ADF)
Dit wordt weergegeven wanneer u een model gebruikt dat dubbelzijdig scannen vanuit de ADF ondersteunt, en Document of Document (ADF) is geselecteerd bij Bron selecteren (Select Source). Schakel dit selectievakje in als u beide zijden van de documenten vanuit de ADF wilt scannen.
Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings)

Klik op (pijl naar rechts) om het volgende in te stellen.

Doorschijnendheid reduceren (Reduce show-through)
Maakt tekst in een document scherper of vermindert het doorschijnen van tekst in kranten, enzovoort.
Moiré reduceren (Reduce moire)

Reduceert moirépatronen.

Afgedrukte materialen worden weergegeven als een verzameling kleine puntjes. Moiré is een verschijnsel waarbij ongelijkmatige gradatie of een streeppatroon zichtbaar is als foto's of afbeeldingen met fijne punten worden gescand.

Opmerking

  • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Moiré reduceren (Reduce moire) inschakelt.
Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document)

Detecteert de gescande tekst en corrigeert de hoek (binnen -0,1 tot -10 graden of +0,1 tot +10 graden) van het document.

Belangrijk

  • De volgende typen documenten worden mogelijk niet juist gecorrigeerd, aangezien de tekst niet correct kan worden gedetecteerd.

    • Documenten waarvan de tekstregels een hellingspercentage hebben van meer dan 10 graden of waarvan de regels niet hetzelfde hellingspercentage hebben
    • Documenten met zowel verticale als horizontale tekst
    • Documenten met een zeer groot of zeer klein lettertype
    • Documenten met weinig tekst
    • Documenten met illustraties/afbeeldingen
    • Handschrift
    • Documenten met zowel verticale als horizontale lijnen (tabellen)

Opmerking

  • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document) inschakelt.
De afdrukstand van tekstdocumenten detecteren en afbeeldingen roteren (Detect the orientation of text document and rotate image)

Roteert de afbeelding automatisch naar de juiste afdrukstand door de afdrukstand van tekst in het gescande document te detecteren.

Belangrijk

  • Alleen tekstdocumenten geschreven in een taal die beschikbaar is voor selectie bij Documenttaal (Document Language) in het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)) worden ondersteund.
  • De afdrukstand van de volgende typen instellingen of documenten wordt mogelijk niet gedetecteerd, aangezien de tekst niet correct kan worden gedetecteerd.

    • Resolutie ligt buiten het bereik van 300 dpi tot 600 dpi
    • Tekengrootte ligt buiten het bereik van 8 punten tot 48 punten
    • Documenten met speciale lettertypen, effecten, cursieve letters of met de hand geschreven tekst
    • Documenten met achtergrondpatronen

    Schakel in dat geval het selectievakje Scanresultaten controleren en opslaginstellingen opgeven (Check scan results and specify save settings) in en roteer de afbeelding in het dialoogvenster Instellingen opslaan.

(2) Gebied Instellingen opslaan

Bestandsnaam (File Name)

Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan. Wanneer u een bestand opslaat, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd in de indeling "_20XX0101_0001".

Opmerking

  • Wanneer u het selectievakje Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date) inschakelt, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd.
Opslaan in (Save in)

Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Als u een map wilt toevoegen, selecteert u Toevoegen... (Add...) in het pop-upmenu, klikt u op (Plus) in het dialoogvenster dat wordt weergegeven en geeft u de doelmap op.

De standaardmap voor opslag is de map Afbeeldingen (Pictures).

Gegevensindeling (Data Format)

Selecteer de gegevensindeling waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen.

U kunt JPEG/Exif, TIFF of PNG selecteren.

Belangrijk

  • U kunt JPEG/Exif niet selecteren als Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and White).

Opmerking

  • Met een netwerkverbinding kan het scannen langer duren dan normaal als u TIFF of PNG instelt bij Gegevensindeling (Data Format).
JPEG-beeldkwaliteit (JPEG Image Quality)

U kunt de beeldkwaliteit van JPEG-bestanden opgeven.

Belangrijk

  • Dit wordt alleen weergegeven als JPEG/Exif is geselecteerd bij Gegevensindeling (Data Format).
Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date)

Schakel dit selectievakje in om een map met de huidige datum te maken in de map die is opgegeven voor Opslaan in (Save in) en gescande afbeeldingen op te slaan in die map. Er wordt een map gemaakt met een naam als '20XX_01_01' (Jaar_Maand_Dag).

Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, worden bestanden rechtstreeks opgeslagen in de map die is opgegeven bij Opslaan in (Save in).

Scanresultaten controleren en opslaginstellingen opgeven (Check scan results and specify save settings)

Hiermee geeft u het dialoogvenster Instellingen opslaan na het scannen weer.

(3) Gebied Instellingen voor de toepassing

OCR-toepassing (OCR Application)

Geeft de geëxtraheerde tekst weer in een opgegeven toepassing.

Opmerking

  • Als u een toepassing wilt toevoegen aan het pop-upmenu, selecteert u Toevoegen... (Add...) in het pop-upmenu, klikt u op (plusteken) in het dialoogvenster dat wordt weergegeven en geeft u de toepassing op.
Instructies (Instructions)
Deze handleiding openen.
Standaard (Defaults)
U kunt de instellingen in het getoonde scherm herstellen naar de standaardinstellingen.