naar hoofdtekst gaan

Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen)

Klik op Aangepast scannen (Custom Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) (Settings (Custom Scan)) weer te geven.

In het dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) (Settings (Custom Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven om volgens uw voorkeuren te scannen.

afbeelding: Dialoogvenster Instellingen

A: Gebied Scanopties

Bron selecteren (Select Source)

Hiermee kunt u het type item selecteren dat moet worden gescand. Selecteer Automatisch (Auto) om het itemtype automatisch te detecteren en om Kleurenmodus (Color Mode), Papierformaat (Paper Size) en Resolutie (Resolution) ook automatisch in te stellen.

Belangrijk

  • Door Automatisch (Auto) ondersteunde typen items zijn foto's, ansichtkaarten, visitekaartjes, tijdschriften, kranten, documenten en BD's/dvd's/cd's.
  • Geef het type item of de grootte op om de volgende typen items te scannen. U kunt niet correct scannen met Automatisch (Auto).

    • Foto's op A4-formaat
    • Tekstdocumenten kleiner dan 2L (127 x 178 mm) (5 x 7 inch), zoals pagina's van een pocket waarvan de rug is afgesneden
    • Items die zijn afgedrukt op dun wit papier
    • Lange, smalle items, zoals panoramafoto's
  • Reflecterende disclabels worden mogelijk niet zoals verwacht gescand.
  • Plaats de items op de juiste manier op de plaat, afhankelijk van het type item dat u wilt scannen. Anders worden de items mogelijk niet goed gescand.

    Raadpleeg 'Originelen plaatsen (scannen vanaf een computer)' voor informatie over het plaatsen van items.

Opmerking

  • Om tekst in de afbeelding na het scannen naar tekstgegevens te converteren geeft u Bron selecteren (Select Source) op in plaats van Automatisch (Auto) te selecteren.
  • Als u moiré wilt verminderen, stelt u Bron selecteren (Select Source) in op Tijdschrift (Magazine) of schakelt u het selectievakje Moiré reduceren (Reduce moire) bij Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings) in.
Kleurenmodus (Color Mode)

Hier kunt u de kleurenmodus selecteren waarmee het item moet worden gescand.

Opmerking

  • Alleen Kleur (Color) is beschikbaar wanneer Bron selecteren (Select Source) is ingesteld op Automatisch (Auto).
Papierformaat (Paper Size)

Selecteer de grootte van het item dat u wilt scannen.

Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het papierformaat kunt opgeven. Selecteer een Eenheid (Unit), voer de Breedte (Width) en Hoogte (Height) in en klik vervolgens op OK.

afbeelding: dialoogvenster Aangepast formaat

Opmerking

  • Alleen Automatisch (Auto) is beschikbaar wanneer Bron selecteren (Select Source) is ingesteld op Automatisch (Auto).
  • Klik op Standaard (Defaults) in het scherm waarin u het papierformaat kunt opgeven om de opgegeven instellingen te herstellen naar de standaardinstellingen.
Resolutie (Resolution)

Selecteer de resolutie van het item dat u wilt scannen.

Hoe hoger de resolutie (waarde), hoe gedetailleerder de afbeelding.

Opmerking

  • Alleen Automatisch (Auto) is beschikbaar wanneer Bron selecteren (Select Source) is ingesteld op Automatisch (Auto).
  • Alleen 300 dpi of 400 dpi kan worden ingesteld wanneer OCR starten (Start OCR) is geselecteerd bij Instellingen voor de toepassing (Application Settings).
Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings)

Klik op (plus) om het volgende in te stellen. De beschikbare items die u kunt instellen variëren volgens Bron selecteren (Select Source).

  • Als Bron selecteren (Select Source) is ingesteld op Automatisch (Auto):

    Aanbevolen afbeeldingscorrectie toepassen (Apply recommended image correction)

    Past geschikte correcties automatisch toe op basis van het type item.

    Belangrijk

    • De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit.

    Opmerking

    • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u deze functie inschakelt.
  • Als Bron selecteren (Select Source) is ingesteld op Foto (Photo):

    Belangrijk

    • Wanneer Kleurenmodus (Color Mode) staat ingesteld op Zwart-wit (Black and White) is Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings) niet beschikbaar.
    Contouren scherper maken (Sharpen outline)
    Versterkt de contouren van onderwerpen om de afbeelding scherper te maken.
  • Als Bron selecteren (Select Source) is ingesteld op Tijdschrift (Magazine) of Document:

    Opmerking

    • Wanneer Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and White) worden alleen Schaduw van rugmarge reduceren (Reduce gutter shadow), Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document) en De afdrukstand van tekstdocumenten detecteren en afbeeldingen roteren (Detect the orientation of text document and rotate image) weergegeven.
    Automatische documentcorrectie toepassen (Apply Auto Document Fix)

    Schakel dit selectievakje in om tekst in een document of tijdschrift scherper te maken en zo de leesbaarheid ervan te verbeteren.

    Belangrijk

    • De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit.

    Opmerking

    • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u deze functie inschakelt.
    Contouren scherper maken (Sharpen outline)
    Versterkt de contouren van onderwerpen om de afbeelding scherper te maken.
    Doorschijnendheid reduceren (Reduce show-through)
    Maakt tekst in een document scherper of vermindert het doorschijnen van tekst in kranten, enzovoort.
    Moiré reduceren (Reduce moire)

    Reduceert moirépatronen.

    Afgedrukte materialen worden weergegeven als een verzameling kleine puntjes. Moiré is een verschijnsel waarbij ongelijkmatige gradatie of een streeppatroon zichtbaar is als foto's of afbeeldingen met fijne punten worden gescand.

    Opmerking

    • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Moiré reduceren (Reduce moire) inschakelt.
    Schaduw van rugmarge reduceren (Reduce gutter shadow)

    Reduceert schaduwen van rugmarges die tussen pagina's zichtbaar zijn wanneer geopende boekjes worden gescand.

    Opmerking

    • Gebruik in ScanGear (scannerstuurprogramma) het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) om schaduwen van rugmarges te corrigeren wanneer u items met een niet-standaardgrootte of specifieke gebieden scant.
      Raadpleeg voor meer informatie 'Schaduwcorrectie van rugmarge' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding.
    • Wanneer u deze functie inschakelt, kan het scannen langer duren dan normaal bij een netwerkverbinding.
    Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document)

    Detecteert de gescande tekst en corrigeert de hoek (binnen -0,1 tot -10 graden of +0,1 tot +10 graden) van het document.

    Belangrijk

    • De volgende typen documenten worden mogelijk niet juist gecorrigeerd, aangezien de tekst niet correct kan worden gedetecteerd.

      • Documenten waarvan de tekstregels een hellingspercentage hebben van meer dan 10 graden of waarvan de regels niet hetzelfde hellingspercentage hebben
      • Documenten met zowel verticale als horizontale tekst
      • Documenten met een zeer groot of zeer klein lettertype
      • Documenten met weinig tekst
      • Documenten met illustraties/afbeeldingen
      • Handschrift
      • Documenten met zowel verticale als horizontale lijnen (tabellen)

    Opmerking

    • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document) inschakelt.
    De afdrukstand van tekstdocumenten detecteren en afbeeldingen roteren (Detect the orientation of text document and rotate image)

    Roteert de afbeelding automatisch naar de juiste afdrukstand door de afdrukstand van tekst in het gescande document te detecteren.

    Belangrijk

    • Alleen tekstdocumenten geschreven in een taal die beschikbaar is voor selectie bij Documenttaal (Document Language) in het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)) worden ondersteund.
    • De afdrukstand van de volgende typen instellingen of documenten wordt mogelijk niet gedetecteerd, aangezien de tekst niet correct kan worden gedetecteerd.

      • Resolutie ligt buiten het bereik van 300 dpi tot 600 dpi
      • Tekengrootte ligt buiten het bereik van 8 punten tot 48 punten
      • Documenten met speciale lettertypen, effecten, cursieve letters of met de hand geschreven tekst
      • Documenten met achtergrondpatronen

      Schakel in dat geval het selectievakje Scanresultaten controleren en opslaginstellingen opgeven (Check scan results and specify save settings) in en roteer de afbeelding in het dialoogvenster Instellingen opslaan.

B: Gebied Instellingen opslaan

Bestandsnaam (File Name)

Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan. Wanneer u een bestand opslaat, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd in de indeling "_20XX0101_0001".

Opmerking

  • Wanneer u het selectievakje Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date) inschakelt, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd.
Opslaan in (Save in)

Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Als u een map wilt toevoegen, selecteert u Toevoegen... (Add...) in het keuzemenu, klikt u op Toevoegen (Add) in het dialoogvenster Doelmap selecteren (Select Destination Folder) dat wordt weergegeven en geeft u de doelmap op.

Standaard worden de volgende mappen gebruikt als opslaglocatie.

  • Windows 10/Windows 8.1:

    map Documenten (Documents)

  • Windows 7:

    map Mijn documenten (My Documents)

Gegevensindeling (Data Format)

Selecteer de gegevensindeling waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen.

U kunt JPEG/Exif, TIFF, PNG, PDF, PDF (meerdere pagina's) (PDF (Multiple Pages)) of Automatisch (Auto) selecteren.

Belangrijk

  • Wanneer Automatisch (Auto) is geselecteerd kan de opslagindeling afwijken, afhankelijk van hoe u het item hebt geplaatst.

  • U kunt JPEG/Exif niet selecteren als Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and White).
  • Als OCR starten (Start OCR) is geselecteerd in Instellingen voor de toepassing (Application Settings), kunt u PDF, PDF (meerdere pagina's) (PDF (Multiple Pages)) of Automatisch (Auto) niet selecteren.

Opmerking

  • Automatisch (Auto) wordt alleen weergegeven als Automatisch (Auto) is geselecteerd bij Bron selecteren (Select Source).
  • Met een netwerkverbinding kan het scannen langer duren dan normaal als u TIFF of PNG instelt bij Gegevensindeling (Data Format).
JPEG-beeldkwaliteit (JPEG Image Quality)

U kunt de beeldkwaliteit van JPEG-bestanden opgeven.

Belangrijk

  • Dit wordt alleen weergegeven als JPEG/Exif of Automatisch (Auto) is geselecteerd bij Gegevensindeling (Data Format).
PDF-compressie (PDF Compression)

Selecteer het type compressie voor het opslaan van PDF-bestanden.

Standaard (Standard)
Deze instelling wordt aanbevolen.
Hoog (High)
Hiermee wordt het bestand gecomprimeerd tijdens het opslaan, waardoor u de netwerk-/serverbelasting kunt verminderen.

Belangrijk

  • Dit wordt alleen weergegeven als PDF, PDF (meerdere pagina's) (PDF (Multiple Pages)) of Automatisch (Auto) is geselecteerd bij Gegevensindeling (Data Format).
  • Als Zwart-wit (Black and White) is geselecteerd in de Kleurenmodus (Color Mode), wordt deze optie niet weergegeven.
Een PDF-bestand maken dat zoeken op trefwoord ondersteunt (Create a PDF file that supports keyword search)

Schakel dit selectievakje in als u tekens in afbeeldingen wilt converteren naar tekstgegevens en PDF-bestanden wilt maken die zoeken op trefwoorden ondersteunen.

Belangrijk

  • Dit wordt alleen weergegeven als PDF, PDF (meerdere pagina's) (PDF (Multiple Pages)) of Automatisch (Auto) is geselecteerd bij Gegevensindeling (Data Format).

Opmerking

  • Er worden PDF-bestanden gemaakt die u kunt doorzoeken in de taal die u hebt geselecteerd bij Documenttaal (Document Language) op het tabblad (Algemene instellingen) van het dialoogvenster Instellingen.
Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date)

Schakel dit selectievakje in om een map met de huidige datum te maken in de map die is opgegeven voor Opslaan in (Save in) en gescande afbeeldingen op te slaan in die map. Er wordt een map gemaakt met een naam als '20XX_01_01' (Jaar_Maand_Dag).

Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, worden bestanden rechtstreeks opgeslagen in de map die is opgegeven bij Opslaan in (Save in).

Scanresultaten controleren en opslaginstellingen opgeven (Check scan results and specify save settings)

Hiermee wordt na het scannen het dialoogvenster Instellingen opslaan weergegeven.

Belangrijk

  • Dit verschijnt niet wanneer Bron selecteren (Select Source) is ingesteld op Automatisch (Auto).

C: Gebied Instellingen voor de toepassing

Met een toepassing openen (Open with an application)

Selecteer dit wanneer u de gescande afbeeldingen wilt verbeteren of corrigeren.

U kunt de toepassing in het keuzemenu opgeven.

Naar een toepassing sturen (Send to an application)

Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ongewijzigd wilt gebruiken in een toepassing waarmee u door afbeeldingen kunt bladeren of ze kunt organiseren.

U kunt de toepassing in het keuzemenu opgeven.

Naar een map sturen (Send to a folder)

Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ook wilt opslaan in een andere map dan is opgegeven in Opslaan in (Save in).

U kunt de map in het keuzemenu opgeven.

Toevoegen aan e-mail (Attach to e-mail)

Selecteer dit wanneer u de gescande afbeeldingen bij e-mails wilt verzenden.

U kunt de gewenste e-mailclient opgeven in het keuzemenu.

OCR starten (Start OCR)

Selecteer deze optie als u tekst in de gescande afbeelding wilt omzetten in tekstgegevens.

U kunt de toepassing in het keuzemenu opgeven.

Geen toepassing starten (Do not start any application)
De scan wordt opgeslagen in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in).

Opmerking

  • Als u een toepassing of map wilt toevoegen aan het keuzemenu, selecteert u Toevoegen... (Add...) in het keuzemenu, klikt u op Toevoegen (Add) in het dialoogvenster Toepassing selecteren (Select Application) of Doelmap selecteren (Select Destination Folder) dat wordt weergegeven en geeft u de toepassing of map op.
Instructies (Instructions)
Deze handleiding openen.
Standaard (Defaults)
U kunt de instellingen in het getoonde scherm herstellen naar de standaardinstellingen.