Klik op Opslaan naar pc (document) (Save to PC (Document)) op het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) om het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) (Settings (Save to PC (Document))) weer te geven.
In het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) (Settings (Save to PC (Document))) kunt u aangeven hoe er moet worden gereageerd als u afbeeldingen als documenten opslaat op een computer nadat u deze hebt gescand vanaf het bedieningspaneel.
(2) Gebied Instellingen opslaan
(3) Gebied Instellingen voor de toepassing
Papierformaat (Paper Size)
Dit stelt u in vanuit het bedieningspaneel.
Resolutie (Resolution)
Dit stelt u in vanuit het bedieningspaneel.
Instellingen scanstand document... (Document Scan Orientation Settings...)
Klik om het dialoogvenster Instellingen voor scanstand document (Document Scan Orientation Settings) weer te geven waarin u de afdrukstand van de documenten die worden gescand vanaf de ADF kunt instellen.
Gescande afbeeldingen bij het overbrengen comprimeren (Compress scanned images upon transfer)
Comprimeert gescande afbeeldingen wanneer deze worden overgebracht naar een computer. Dit is handig als uw scanner of printer en computer via een langzame interface zijn aangesloten zoals USB1.1 of een netwerk.
Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings)
Klik op (Plus) om de volgende zaken in te stellen.
Automatische documentcorrectie toepassen (Apply Auto Document Fix)
Schakel dit selectievakje in om tekst in een document of tijdschrift scherper te maken en zo de leesbaarheid ervan te verbeteren.
Alleen beschikbaar wanneer het selectievakje Gescande afbeeldingen bij het overbrengen comprimeren (Compress scanned images upon transfer) niet is geselecteerd.
De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit.
Het scannen neemt meer tijd in beslag als u deze functie inschakelt.
Contouren scherper maken (Sharpen outline)
Versterkt de contouren van onderwerpen om de afbeelding scherper te maken.
Doorschijnendheid reduceren (Reduce show-through)
Maakt tekst in een document scherper of vermindert het doorschijnen van tekst in kranten, enzovoort.
Moiré reduceren (Reduce moire)
Reduceert moirépatronen.
Afgedrukte materialen worden weergegeven als een verzameling kleine puntjes. Moiré is een verschijnsel waarbij ongelijkmatige gradatie of een streeppatroon zichtbaar is als foto's of afbeeldingen met fijne punten worden gescand.
Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Moiré reduceren (Reduce moire) inschakelt.
Schaduw van rugmarge reduceren (glasplaat) (Reduce gutter shadow (platen))
Reduceert schaduwen van rugmarges die tussen pagina's zichtbaar zijn wanneer geopende boekjes worden gescand.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer vanaf de glasplaat wordt gescand.
Alleen beschikbaar wanneer het selectievakje Gescande afbeeldingen bij het overbrengen comprimeren (Compress scanned images upon transfer) niet is geselecteerd.
Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document)
Detecteert de gescande tekst en corrigeert de hoek (binnen -0,1 tot -10 graden of +0,1 tot +10 graden) van het document.
De volgende typen documenten worden mogelijk niet juist gecorrigeerd, aangezien de tekst niet correct kan worden gedetecteerd.
Documenten waarvan de tekstregels een hellingspercentage hebben van meer dan 10 graden of waarvan de regels niet hetzelfde hellingspercentage hebben
Documenten met zowel verticale als horizontale tekst
Documenten met een zeer groot of zeer klein lettertype
Documenten met weinig tekst
Documenten met illustraties/afbeeldingen
Handschrift
Documenten met zowel verticale als horizontale lijnen (tabellen)
Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document) inschakelt.
De afdrukstand van tekstdocumenten detecteren en afbeeldingen roteren (Detect the orientation of text document and rotate image)
Roteert de afbeelding automatisch naar de juiste afdrukstand door de afdrukstand van tekst in het gescande document te detecteren.
Alleen tekstdocumenten geschreven in een taal die beschikbaar is voor selectie bij Documenttaal (Document Language) in het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)) worden ondersteund.
De afdrukstand van de volgende typen instellingen of documenten wordt mogelijk niet gedetecteerd, aangezien de tekst niet correct kan worden gedetecteerd.
Resolutie ligt buiten het bereik van 300 dpi tot 600 dpi
Tekengrootte ligt buiten het bereik van 8 punten tot 48 punten
Documenten met speciale lettertypen, effecten, cursieve letters of met de hand geschreven tekst
Documenten met achtergrondpatronen
Bestandsnaam (File Name)
Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan. Wanneer u een bestand opslaat, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd in de indeling "_20XX0101_0001".
Gegevensindeling (Data Format)
Dit stelt u in vanuit het bedieningspaneel.
Instellingen (Settings...)
Klik om het dialoogvenster Instellingen voor gegevensindeling (Data Format Settings) weer te geven. Hierin kunt u de kwaliteit instellen van de afbeeldingen die u wilt bewaren, zoeken op trefwoorden naar PDF-bestanden inschakelen en de gegevensindeling opgeven waarin de afbeeldingen moeten worden opgeslagen die u hebt gescand met Automatische Scan.
Opslaan in (Save in)
Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Om de map te wijzigen geeft u de doelmap op in het dialoogvenster Doelmap selecteren (Select Destination Folder) dat wordt weergegeven door Toevoegen... (Add...) te selecteren in het keuzemenu.
Standaard worden de volgende mappen gebruikt als opslaglocatie.
Windows 7: map Mijn documenten (My Documents)
Windows Vista: map Documenten (Documents)
Windows XP: map Mijn documenten (My Documents)
Met een toepassing openen (Open with an application)
Selecteer dit wanneer u de gescande afbeeldingen wilt verbeteren of corrigeren.
U kunt de toepassing in het keuzemenu opgeven.
Naar een toepassing sturen (Send to an application)
Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ongewijzigd wilt gebruiken in een toepassing waarmee u door afbeeldingen kunt bladeren of ze kunt organiseren.
U kunt de toepassing in het keuzemenu opgeven.
Naar een map sturen (Send to a folder)
Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ook wilt opslaan in een andere map dan is opgegeven in Opslaan in (Save in).
U kunt de map in het keuzemenu opgeven.
Geen toepassing starten (Do not start any application)
De scan wordt opgeslagen in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in).
Geef de toepassing of map op in het getoonde dialoogvenster Toepassing selecteren (Select Application) of Doelmap selecteren (Select Destination Folder) door Toevoegen... (Add...) te kiezen in het keuzemenu.
Instructies (Instructions)
Deze handleiding openen.
Standaard (Defaults)
U kunt de instellingen in het getoonde scherm herstellen naar de standaardinstellingen.
Naar boven |