naar hoofdtekst gaan

Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht

  1. Controle 1 Verhoog de scanresolutie als de afbeelding rafelig is.

  2. Controle 2 Stel het weergaveformaat in op 100%.

    In bepaalde toepassingen worden te kleine weergaveformaten niet duidelijk weergegeven.

  3. Controle 3 Werk de kalibratiegegevens bij.

    Voer kalibratie uit na Uitvoeren bij elke scan (Execute at Every Scan) in Kalibratie-instellingen (Calibration Settings) in te stellen op AAN (ON) op het tabblad Scanner in het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) van ScanGear (scannerstuurprogramma). Kalibratie kan enige tijd duren, afhankelijk van uw computer.

    Raadpleeg voor meer informatie 'Tabblad Scanner' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding.

  4. Controle 4 Als moiré (streeppatroon) ontstaat, neemt u de volgende maatregelen en probeert u het opnieuw.

    • Breng een van de volgende instellingen aan in het dialoogvenster Instellingen (Document scannen) (Settings (Document Scan)), Instellingen (Aangepast scannen) (Settings (Custom Scan)), Instellingen (Scannen en samenvoegen) (Settings (Scan and Stitch)), Instellingen (COPY (KOPIËREN)) (Settings (COPY)) of Instellingen (SEND (AFBEELDING VERZENDEN)) (Settings (SEND)) van IJ Scan Utility en scan vervolgens vanuit het hoofdscherm van IJ Scan Utility.

      • Stel Bron selecteren (Select Source) in op Tijdschrift (Magazine) en stel Kleurenmodus (Color Mode) in op Kleur (Color)
      • Schakel het selectievakje Moiré reduceren (Reduce moire) in bij Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings)
    • Selecteer Tijdschrift (kleur) (Magazine (Color)) voor Bron selecteren (Select Source) op het tabblad Basismodus (Basic Mode) van ScanGear (scannerstuurprogramma).

      Raadpleeg voor meer informatie 'Tabblad Basismodus' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding.

    • Stel Moiré-reductie (Descreen) bij Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van het dialoogvenster ScanGear in op AAN (ON).

      Raadpleeg voor meer informatie 'Instellingen voor afbeeldingen' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding.

    Opmerking

    • Als moiré optreedt wanneer u een afgedrukte digitale foto scant, neemt u de bovenstaande maatregelen en scant u opnieuw.
  5. Controle 5 Controleer de kleurdiepte van het beeldscherm.

    Raadpleeg de Help van Windows of de handleiding van het beeldscherm voor informatie over het controleren van de kleurdiepte van het beeldscherm.

  6. Controle 6 Maak de glasplaat en de documentklep schoon.

    Maak de glasplaat en de documentklep van de scanner schoon, waarbij u erop let dat u niet te hard op de glasplaat drukt.

  7. Controle 7 Als het document in slechte staat is (bijvoorbeeld vuil of vervaagd), schakelt u Stof en krassen reduceren (Reduce Dust and Scratches), Correctie van vervaging (Fading Correction), Correctie van korreligheid (Grain Correction) en dergelijke bij Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear in.

    Raadpleeg voor meer informatie 'Instellingen voor afbeeldingen' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding.

  8. Controle 8 Als de kleurtint van afbeeldingen afwijkt van het originele document, neemt u de volgende maatregelen en probeert u het opnieuw.

    • Stel Beeldaanpassing (Image Adjustment) bij Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear in op Geen (None).

      Raadpleeg voor meer informatie 'Instellingen voor afbeeldingen' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding.

    • Stel Kleurafstemming (Color Matching) in op het tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) van ScanGear.

      Raadpleeg voor meer informatie 'Tabblad Kleurinstellingen' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding.

  9. Controle 9 Bedek de scanner met een zwarte doek als er punten, strepen of gekleurde patronen op de scan voorkomen door omgevingslicht.