naar hoofdtekst gaan

Tabblad Basismodus

In deze modus kunt u eenvoudig scannen door de instructies op het scherm te volgen.

In dit gedeelte worden instellingen en functies beschreven die beschikbaar zijn op het tabblad Basismodus (Basic Mode).

afbeelding: tabblad Basismodus

Opmerking

  • De items die worden weergegeven, kunnen per documenttype en weergave verschillen.

(1) Knoppen voor de instellingen en bewerkingen

Bron selecteren (Select Source)
Foto (kleur) (Photo (Color))
Kleurenfoto's scannen.
Tijdschrift (kleur) (Magazine (Color))
Kleurentijdschriften scannen.
Document (kleur) (Document (Color))
Documenten in kleur scannen.
Document (grijswaarden) (Document (Grayscale))
Documenten in zwart-wit scannen.

Opmerking

  • Wanneer u een documenttype selecteert, is de functie Beeld verscherpen actief. De functie Beeldaanpassing die afbeeldingen aanpast op basis van het documenttype, is ook actief.
  • Als u Tijdschrift (kleur) (Magazine (Color)) selecteert, wordt de functie voor moiré-reductie geactiveerd.
Voorbeeldafbeelding weergeven (Display Preview Image)
Voorbeeld (Preview)

Een proefscan uitvoeren.

afbeelding: tabblad Voorbeeld in Basismodus

Opmerking

  • Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wordt de scanner automatisch gekalibreerd. Wacht even tot de voorbeeldafbeelding wordt weergegeven.
Doel (Destination)

Selecteer wat u wilt doen met de gescande afbeelding.

Afdrukken (Print)
Selecteer deze optie om de gescande afbeelding op een printer af te drukken.
Afbeeldingsweergave (Image display)
Selecteer deze optie om de gescande afbeelding weer te geven op het beeldscherm.
OCR

Selecteer deze optie om de gescande afbeelding te gebruiken in combinatie met OCR-software.

OCR-software is software waarmee een als afbeelding gescande tekst wordt geconverteerd naar een tekstbestand, zodat deze kan worden bewerkt in tekstverwerkers en andere programma's.

Uitvoerformaat (Output Size)

Selecteer een uitvoerformaat.

De beschikbare opties voor het uitvoerformaat zijn afhankelijk van wat u onder Doel (Destination) hebt geselecteerd.

Aanpasbaar (Flexible)

Hiermee kunt u de bijsnijdkaders (scangebieden) naar wens aanpassen.

In de miniaturenweergave:

Sleep de muis over een miniatuur om een bijsnijdkader weer te geven. Wanneer een bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt het gedeelte in het bijsnijdkader gescand. Als er geen bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt elk kader afzonderlijk gescand.

In de volledige afbeeldingsweergave:

Wanneer er geen bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt het hele voorbeeldgebied gescand. Wanneer een bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt het gedeelte in het bijsnijdkader gescand.

Papierformaat (zoals L of A4)
Papierformaat voor de uitvoer selecteren. Het gedeelte in het bijsnijdkader wordt gescand op het formaat van het geselecteerde papierformaat. U kunt het bijsnijdkader vergroten of verkleinen door dit te verslepen. Hierbij blijft de verhouding bewaard.
Beeldschermformaat (bijvoorbeeld 1024 x 768 pixels)
Het uitvoerformaat in pixels selecteren. Een bijsnijdkader van het geselecteerde beeldschermformaat wordt weergegeven en alleen het gedeelte in het bijsnijdkader wordt gescand. U kunt het bijsnijdkader vergroten of verkleinen door dit te verslepen. Hierbij blijft de verhouding bewaard.
Toevoegen/verwijderen... (Add/Delete...)

Hiermee wordt het dialoogvenster Uitvoerformaat toevoegen/verwijderen (Add/Delete the Output Size) geopend. Hierin kunt u aangepaste uitvoerformaten opgeven. U kunt deze optie selecteren wanneer Doel (Destination) is ingesteld op Afdrukken (Print) of Afbeeldingsweergave (Image display).

afbeelding: dialoogvenster Uitvoerformaat toevoegen/verwijderen

In het dialoogvenster Uitvoerformaat toevoegen/verwijderen (Add/Delete the Output Size) kunt u meerdere uitvoerformaten tegelijk opgeven en opslaan. Opgeslagen items worden toegevoegd aan de lijst Uitvoerformaat (Output Size) en kunnen samen met de vooraf gedefinieerde items worden geselecteerd.

Toevoegen:

Voer Naam van uitvoerformaat (Output Size Name), Breedte (Width) en Hoogte (Height) in en klik daarna op Toevoegen (Add). U kunt voor Eenheid (Unit) mm of inch (inches) selecteren als Doel (Destination) is ingesteld op Afdrukken (Print), maar u kunt alleen pixels selecteren als Doel (Destination) is ingesteld op Afbeeldingsweergave (Image display). De naam van het toegevoegde formaat wordt weergegeven in de Lijst van uitvoerformaten (Output Size List). Klik op Opslaan (Save) om de uitvoerformaten in de Lijst van uitvoerformaten (Output Size List) op te slaan.

Verwijderen:

Selecteer het uitvoerformaat dat u wilt verwijderen in Lijst van uitvoerformaten (Output Size List) en klik vervolgens op Verwijderen (Delete). Klik op Opslaan (Save) om de uitvoerformaten in de Lijst van uitvoerformaten (Output Size List) op te slaan.

Belangrijk

  • Vooraf gedefinieerde uitvoerformaten, zoals A4 en 1024 x 768 pixels, kunnen niet worden verwijderd.

Opmerking

  • U kunt maximaal 10 items opslaan.
  • Er verschijnt een foutmelding als u een waarde buiten het instellingenbereik opgeeft. Geef een waarde binnen het instellingenbereik op.

Opmerking

  • Als u wilt weten of en hoe het bijsnijdkader aanvankelijk wordt weergegeven in een voorbeeldafbeelding, raadpleegt u Kader van voorbeeldafbeelding bijsnijden (Cropping Frame on Previewed Images) in 'Tabblad Voorbeeld' (dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)).
Verhouding omkeren (Invert aspect ratio)

Beschikbaar wanneer bij Uitvoerformaat (Output Size) een andere optie dan Aanpasbaar (Flexible) is geselecteerd.

Klik op deze knop om het bijsnijdkader te draaien. Klik nogmaals op de knop om de oorspronkelijke richting weer te herstellen.

Bijsnijdkaders aanpassen (Adjust cropping frames)

U kunt het scangebied aanpassen in het voorbeeldgebied.

Als een gebied niet is opgegeven, wordt het document gescand op documentformaat (Automatisch bijsnijden). Als er een gebied is opgegeven, wordt alleen het gedeelte in het bijsnijdkader gescand.

Afbeeldingscorrecties (Image corrections)

Hiermee kunt u correcties toepassen op afbeeldingen.

Belangrijk

  • Automatische documentcorrectie toepassen (Apply Auto Document Fix) en Vervaging corrigeren (Correct fading) zijn beschikbaar als Aanbevolen (Recommended) is geselecteerd op het tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).

Opmerking

  • De beschikbare functies hangen af van het documenttype dat is geselecteerd bij Bron selecteren (Select Source).
Automatische documentcorrectie toepassen (Apply Auto Document Fix)

Maakt tekst in een document of tijdschrift scherper om zo de leesbaarheid ervan te verbeteren.

Belangrijk

  • Het scannen duurt mogelijk langer dan gebruikelijk wanneer dit selectievakje is ingeschakeld.
  • De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit.
  • De correctie heeft mogelijk niet correct toegepast als het scangebied te klein is.
Vervaging corrigeren (Correct fading)
Vervaagde foto's of foto's met een overkleuring corrigeren en scannen.
Schaduw van rugmarge reduceren (Reduce gutter shadow)

Deze instelling wordt gebruikt om schaduwen tussen pagina's te corrigeren die kunnen optreden wanneer geopende boekjes worden gescand.

Belangrijk

Kleurenpatroon... (Color Pattern...)

Hiermee kunt u de algehele kleur van de afbeelding aanpassen. U kunt vervaagde kleuren vanwege overkleuring, enzovoort corrigeren en de natuurlijke kleuren herstellen en hier een voorbeeld van weergeven.

Belangrijk

  • Deze instelling is niet beschikbaar als u Kleurafstemming (Color Matching) selecteert op het tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Scannen (Perform Scan)
Scannen (Scan)

Start met scannen.

Opmerking

  • Wanneer het scannen begint, wordt de voortgang weergegeven. Klik op Annuleren (Cancel) om de scan te annuleren.
  • Gescande afbeeldingen worden opgeslagen in de map die is ingesteld voor Opslaan in (Save in) op het tabblad Instellingen opslaan (Save Settings) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Voorkeuren... (Preferences...)
Hiermee opent u het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences), waarin u instellingen voor scannen en voorbeeld kunt opgeven.
Sluiten (Close)
Hiermee sluit u ScanGear.

(2) Werkbalk

U kunt voorbeeldafbeeldingen aanpassen of roteren. De knoppen die worden weergegeven op de werkbalk, verschillen per weergave.

In de miniaturenweergave:

afbeelding: werkbalk in miniaturenweergave

In de volledige afbeeldingsweergave:

afbeelding: werkbalk in volledige afbeeldingsweergave
(Miniatuur) / (Hele afbeelding)

Hiermee wordt geschakeld tussen weergaven in het voorbeeldgebied.

(Linksom roteren)

De voorbeeldafbeelding wordt 90 graden tegen de klok in gedraaid.

  • Het resultaat is zichtbaar in de gescande afbeelding.
  • Wanneer u de afbeelding opnieuw als voorbeeld weergeeft, wordt de oorspronkelijke staat hersteld.
(Rechtsom roteren)

De afbeelding wordt 90 graden met de klok mee gedraaid.

  • Het resultaat is zichtbaar in de gescande afbeelding.
  • Wanneer u de afbeelding opnieuw als voorbeeld weergeeft, wordt de oorspronkelijke staat hersteld.
(Automatisch bijsnijden)
Het bijsnijdkader weergeven en automatisch aanpassen aan de grootte van het document dat wordt weergegeven in het voorbeeldgebied. Het scangebied wordt verkleind telkens wanneer u op deze knop klikt als er in het bijsnijdkader bijsnijdgebieden zijn.
(Alle kaders selecteren)

Beschikbaar wanneer twee of meer kaders worden weergegeven.

De selectievakjes van de afbeelding in de miniaturenweergave worden ingeschakeld.

(Selectie alle kaders opheffen)

Beschikbaar wanneer twee of meer kaders worden weergegeven.

De selectievakjes van de afbeelding in de miniaturenweergave worden uitgeschakeld.

(Alle kaders selecteren)

Beschikbaar wanneer twee of meer kaders worden weergegeven.

Hiermee kunt u de afbeeldingen in de miniaturenweergave selecteren en met een blauw kader omlijnen.

(Alle bijsnijdkaders selecteren)

Beschikbaar wanneer er twee of meer bijsnijdkaders zijn opgegeven.

Hiermee verandert u de bijsnijdkaders in dikke onderbroken lijnen en worden de instellingen toegepast op alle bijsnijdkaders.

(Bijsnijdkader verwijderen)
Hiermee verwijdert u het geselecteerde bijsnijdkader.
(Informatie)
Hier worden de versie van ScanGear en de huidige scaninstellingen (zoals documenttype) weergegeven.
(Handleiding openen)
Opent deze pagina.

(3) Voorbeeldgebied

Hier wordt een testafbeelding weergegeven nadat u op Voorbeeld (Preview) hebt geklikt. U kunt ook de resultaten controleren van de instellingen (afbeeldingscorrecties, kleuraanpassingen en dergelijke) die zijn geconfigureerd in '(1) Knoppen voor de instellingen en bewerkingen'.

Als (Miniatuur) wordt weergegeven op de werkbalk:

Bijsnijdkaders worden aangegeven op basis van de grootte van het document en miniaturen van gescande afbeeldingen worden weergegeven. Alleen afbeeldingen waarvoor het selectievakje is ingeschakeld, worden gescand.

afbeelding: voorbeeld in miniaturenweergave

Opmerking

  • Als er van meerdere afbeeldingen een voorbeeld wordt weergegeven, worden verschillende selectiestatussen met verschillende randen aangeduid.

    • Kader met focus (dikke blauwe rand): de weergegeven instellingen worden toegepast.
    • Geselecteerd kader (dunne blauwe rand): de instellingen worden gelijktijdig toegepast op het kader met focus en het geselecteerde kader. U kunt meerdere afbeeldingen selecteren door de Command-toets ingedrukt te houden terwijl u ze selecteert.
    • Niet geselecteerd (geen rand): de instellingen worden niet toegepast.
  • Dubbelklik op een kader om in te zoomen op de afbeelding. Klik op (volgend/vorig kader) onder aan het scherm om het vorige of volgende kader weer te geven. Dubbelklik opnieuw op het kader om terug te keren naar de weergave op de oorspronkelijke grootte.

Als (Hele afbeelding) wordt weergegeven op de werkbalk:

De items op de glasplaat worden gescand en als één afbeelding weergegeven. Alle gedeelten binnen de bijsnijdkaders worden gescand.

afbeelding: voorbeeld in volledige afbeeldingsweergave

Opmerking

  • U kunt het bijsnijdkader opgeven in de weergegeven afbeelding. U kunt in de miniaturenweergave maar één bijsnijdkader per afbeelding maken. In de volledige afbeeldingsweergave kunt u meerdere bijsnijdkaders maken.

Verwant onderwerp