Ethernet-instellingen configureren

 
Ethernet is een standaard voor het uitwisselen van gegevens in een lokaal netwerk (LAN). U kunt de communicatiemodus en het type Ethernet instellen. Over het algemeen is het zo dat u het apparaat kunt gebruiken zonder dat u de standaardinstellingen hoeft te wijzigen, maar u kunt de instellingen wijzigen om deze beter af te stemmen op uw netwerkomgeving.
1
Selecteer <Menu (Menu)> in het scherm Start (Home). Het scherm Start (Home)
2
Selecteer <Voorkeuren (Preferences)>  <Netwerk (Network)>.
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u de juiste combinatie van ID en pincode in. Aanmelden bij het apparaat
3
Selecteer <Instellingen Ethernet-stuurprogramma (Ethernet Driver Settings)>.
4
Geef aan of u de Ethernet-instellingen automatisch of handmatig wilt configureren.
Als automatisch detecteren is ingeschakeld, detecteert het apparaat automatisch de Ethernet communicatiemodus en het type dat kan worden gebruikt en stelt het in.
Ethernet-instellingen automatisch configureren
Selecteer <Aan (On)> in <Automatische detectie (Auto Detect)>.
Ethernet-instellingen handmatig configureren
1
Selecteer <Uit (Off)> in <Automatische detectie (Auto Detect)>.
2
<Communicatiemodus (Communication Mode)>  selecteer de communicatiemodus.
<Half-duplex (Half Duplex)>
In deze modus worden er afwisselend gegevens verzonden en ontvangen. Selecteer deze modus als het apparaat is aangesloten op een netwerkapparaat dat half duplex gebruikt.
<Full-duplex (Full Duplex)>
In deze modus worden gegevens tegelijkertijd verzonden en ontvangen. Deze instelling kunt u voor de meeste omgevingen gebruiken.
3
<Type Ethernet (Ethernet Type)>  selecteer het type ethernet.
4
Selecteer <Toepassen (Apply)>.
5
Start de machine opnieuw op.
Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
427C-010