
te drukken op het bedieningspaneel.
![]() |
Wanneer de slaapmodus is ingeschakeldHet lampje
brandt groen als de slaapstand actief is.Situaties waarin de slaapstand niet wordt geactiveerdWanneer het apparaat bezig is
Wanneer het Data-lampje brandt of knippert
Wanneer het apparaat een bewerking uitvoert zoals aanpassen of reinigen
In het geval van een papierstoring
Wanneer de handset van de externe telefoon van de haak is
Als het apparaat zodanig is ingesteld dat het signaal voor inkomende fax niet klinkt
Wanneer het menuscherm wordt weergegeven
Wanneer een taak wacht op scannen naar een USB-geheugenapparaat of een computer
Wanneer er een foutbericht wordt weergegeven op het scherm (er zijn enkele uitzonderingen: bij bepaalde foutberichten wordt de slaapstand wel geactiveerd).
Wanneer het apparaat communiceert met een LDAP-server, enz.
Als het SSID/netwerksleutel-scherm voor Directe verbinding wordt weergegeven
Als instellingen worden geïmporteerd of geëxporteerd
|
<Voorkeuren (Preferences)>
<Timer-/energie-instellingen (Timer/Energy Settings)>
<Automatische sluimertijd (Auto Sleep Time)>
Stel de tijd in die verstrijkt voordat het apparaat automatisch overgaat op de slaapstand
<Toepassen (Apply)>

<Voorkeuren (Preferences)>
<Timer-/energie-instellingen (Timer/Energy Settings)>
Selecteer <Autom. dagelijkse slaaptimer (Auto Sleep Daily Timer)> of <Instell. afsluiting sluimermodus (Sleep Mode Exit Time Settings)>
Selecteer <Aan (On)> in <Deze functie instellen (Set This Function)> en voer de tijd in
<Toepassen (Apply)>

of een andere toets op het bedieningspaneel indrukken om de slaapstand te verlaten (met uitzondering van de toets Geluidsvolume).
![]() |
|
U kunt ook op het display tikken om de slaapstand te verlaten.
Als er een externe telefoon is aangesloten op het apparaat, wordt de slaapstand verlaten wanneer u de handset van de haak neemt.
|