naar hoofdtekst gaan

Van papierbron wisselen zodat deze overeenkomt met het doel

Deze printer heeft twee papierbronnen, cassette 1 en cassette 2.
U kunt het afdrukken vereenvoudigen door een papierbron te selecteren die overeenkomt met uw mediumtype en doelstellingen.

De procedure voor het instellen van de papierbron is als volgt:

U kunt ook de papierbron instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).

  1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma

  2. Selecteer het mediumtype

    Selecteer het type papier dat in de printer is geplaatst in de lijst Mediumtype (Media Type) op het tabblad Afdruk (Main).

  3. Selecteer de papierbron

    Selecteer de papierbron die geschikt is voor uw doel in de lijst Papierbron (Paper Source).

    afbeelding: Papierbron op het tabblad Afdruk
    Cassette (auto select.) (Cassette (Auto Select))
    De printer bepaalt automatisch welke cassette moet worden gebruikt op basis van de papierinstellingen in het printerstuurprogramma en de papiergegevens voor de cassette die zijn geregistreerd op de printer en voert papier in vanuit die cassette.
    Cassette 1
    Papier wordt ingevoerd vanuit cassette 1.
    Cassette 2
    Papier wordt ingevoerd vanuit cassette 2.

    Belangrijk

    • Als een ander mediumtype dan Normaal papier (Plain Paper) is geselecteerd voor Mediumtype (Media Type) op het tabblad Afdruk (Main), kan papier niet worden ingevoerd vanuit cassette 2.
    • Als een ander papierformaat dan Letter 22x28cm 8.5"x11" (Letter 8.5"x11" 22x28cm), Legal 22x36cm 8.5"x14" (Legal 8.5"x14" 22x36cm) of A4 is geselecteerd voor Paginaformaat (Page Size) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup), kan papier niet worden ingevoerd vanuit cassette 2.
  4. Voltooi de configuratie

    Klik op OK.
    Bij het afdrukken wordt het papier door de printer in de opgegeven papierbron gebruikt.

    Opmerking