naar hoofdtekst gaan

Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken

Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als bepaalde besturingssystemen worden gebruikt.

U kunt een bitmapbestand (.bmp) selecteren en als een nieuwe achtergrond registreren. U kunt ook bepaalde instellingen van een bestaande achtergrond wijzigen en registreren. Achtergronden die u niet meer nodig hebt, kunt u verwijderen.

Een nieuwe achtergrond registreren

  1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma

  2. Klik op Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup)

    afbeelding: Stempel/Achtergrond... op het tabblad Pagina-instelling

    Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) wordt geopend.

  3. Klik op Achtergrond selecteren... (Select Background...)

    Het dialoogvenster Achtergrondinstellingen (Background Settings) wordt geopend.

  4. Selecteer de afbeeldingsgegevens die u wilt opslaan op de achtergrond

    Klik op Bestand selecteren... (Select File...). Selecteer het gewenste bitmapbestand (.bmp) en klik op Openen (Open).

  5. Geef de volgende instellingen op wanneer u het voorbeeldvenster controleert

    Lay-outmethode (Layout Method)
    Geef aan hoe de afbeeldingsgegevens moeten worden gerangschikt.
    Als u Aangepast (Custom) selecteert, kunt u de coördinaten voor de X-positie (X-Position) en de Y-positie (Y-Position) opgeven.
    U kunt ook de positie van de achtergrond wijzigen door de afbeelding in het voorbeeldscherm te verslepen.
    Intensiteit (Intensity)
    Stel de intensiteit van de achtergrond in met de schuifregelaar Intensiteit (Intensity). Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, wordt de achtergrond donkerder en wanneer u de schuifregelaar naar links schuift, wordt de achtergrond lichter. Als u de achtergrond wilt afdrukken met de intensiteit van de oorspronkelijke bitmap, sleept u de schuifregelaar helemaal naar rechts.
  6. Sla de achtergrond op

    Klik op de tab Instellingen opslaan (Save settings), typ een naam in het vak Titel (Title) en klik vervolgens op Opslaan (Save).
    Klik op OK in het bevestigingsbericht.

    Opmerking

    • Spaties, tabs en regeleinden kunnen niet aan het begin of einde van een titel worden ingevoerd.
  7. Voltooi de configuratie

    De geregistreerde naam wordt weergegeven in de lijst Achtergronden (Backgrounds).

Achtergrondinstellingen wijzigen en registreren

  1. Selecteer de achtergrond waarvoor u de instellingen wilt wijzigen

    Klik op Achtergrond (Background) in het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background). Vervolgens selecteert u in de lijst de naam van de achtergrond die u wilt wijzigen.

  2. Klik op Achtergrond selecteren... (Select Background...)

    Het dialoogvenster Achtergrondinstellingen (Background Settings) wordt geopend.

  3. Stel alle items in op het tabblad Achtergrond (Background) terwijl u het voorbeeldvenster bekijkt

  4. Sla de achtergrond op

    Klik op Opslaan overschrijven (Save overwrite) op het tabblad Instellingen opslaan (Save settings). Als u de achtergrond onder een andere naam wilt opslaan, voert u deze naam in het vak Titel (Title) in en klikt u op Opslaan (Save).
    Klik op OK in het bevestigingsbericht.

  5. Voltooi de configuratie

    De geregistreerde naam wordt weergegeven in de lijst Achtergronden (Backgrounds).

Een overbodige achtergrond verwijderen

  1. Klik op Achtergrond selecteren... (Select Background...) in het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background)

    Het dialoogvenster Achtergrondinstellingen (Background Settings) wordt geopend.

  2. Selecteer de achtergrond die u wilt verwijderen

    Selecteer de naam van de achtergrond die u wilt verwijderen uit de lijst Achtergronden (Backgrounds) op het tabblad Instellingen opslaan (Save settings) en klik op Verwijderen (Delete).
    Klik op OK in het bevestigingsbericht.