Instellingen voor het afdrukken van enveloppen
De procedure voor het afdrukken op enveloppen is als volgt:
Plaats enveloppen in de printer
Selecteer het mediumtype
Selecteer Envelop (Envelope) bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Selecteer het papierformaat
Wanneer het dialoogvenster Envelopformaat instellen (Envelope Size Setting) wordt weergegeven, selecteert u Com 10-envelop (Envelope Com 10) of DL-envelop (Envelope DL) en klikt u daarna op OK.
Stel de afdrukstand in
Selecteer Liggend (Landscape) voor Afdrukstand (Orientation) om het adres horizontaal af te drukken.
Selecteer de afdrukkwaliteit
Selecteer naar wens Hoog (High) of Standaard (Standard) bij Afdrukkwaliteit (Print Quality).
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Wanneer u de afdruk uitvoert, worden de gegevens afgedrukt op de envelop.
Opmerking
- Als de papierinstellingen in het printerstuurprogramma verschillen van de papiergegevens voor de cassette die op de printer zijn geregistreerd, kan er een fout optreden. Raadpleeg 'Papierinstelling voor afdrukken' voor instructies voor wat u moet doen als er een fout optreedt.
Voor informatie over de papiergegevens voor de cassette die op de printer moeten worden geregistreerd, raadpleegt u het volgende: