U kunt de hoogte en breedte van het papier opgeven als u het formaat niet kunt selecteren bij Paginaformaat (Page Size). Een dergelijk papierformaat wordt een 'aangepast formaat' genoemd.
De procedure voor het opgeven van een aangepast papierformaat is als volgt:
U kunt een aangepast formaat ook instellen bij Papierformaat printer (Printer Paper Size) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Stel het aangepaste formaat in de toepassing in
Geef het aangepaste formaat op in de papierformaatinstelling van uw toepassing.
Als de toepassing waarmee het document is gemaakt een functie heeft voor het opgeven van de hoogte en breedte, geeft u de waarden op met de toepassing. Als de toepassing deze functie niet heeft of als het document niet correct wordt afgedrukt, gebruikt u het printerbesturingsbestand om de waarden in te stellen.
Selecteer het papierformaat
Selecteer Aangepast... (Custom...) voor Paginaformaat (Page Size) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Het dialoogvenster Aangepast papierformaat (Custom Paper Size) wordt geopend.
Stel het aangepaste papierformaat in
Geef de Eenheden (Units) op en voer de Breedte (Width) en Hoogte (Height) van het te gebruiken papier in. Klik vervolgens op OK.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Wanneer u de gegevens afdrukt, worden deze met het opgegeven papierformaat afgedrukt.
Het afdrukken is mogelijk uitgeschakeld, afhankelijk van het formaat van het opgegeven, door de gebruiker gedefinieerde mediumtype.
Raadpleeg 'Mediumtypen die u kunt gebruiken' voor meer informatie over afdrukbare formaten voor door de gebruiker gedefinieerde mediumtypen.
Naar boven |