Een controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
Met de functie voor controle van de spuitopeningen kunt u controleren of de printkop goed functioneert door een controleraster af te drukken. Druk een controleraster af wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt.
De procedure voor het afdrukken van een controleraster is als volgt:
Controle spuitopening (Nozzle Check)
Klik op Controle spuitopening (Nozzle Check) op het tabblad Onderhoud (Maintenance)
Het dialoogvenster Controle spuitopening (Nozzle Check) wordt weergegeven.
Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items weer te geven die u moet controleren voordat u het controleraster voor spuitopeningen afdrukt.Plaats het papier in de printer
Plaats één vel normaal papier van A4- of Letter-formaat in de cassette.
Opmerking
- Als de papiergegevens voor de cassette die op de printer zijn geregistreerd, niet zijn ingesteld op A4-formaat en normaal papier, kan er een fout optreden. Raadpleeg 'Papierinstellingen' voor instructies voor wat u moet doen als er een fout optreedt.
Voor informatie over de papiergegevens voor de cassette die op de printer moeten worden geregistreerd, raadpleegt u het volgende:
- Als de papiergegevens voor de cassette die op de printer zijn geregistreerd, niet zijn ingesteld op A4-formaat en normaal papier, kan er een fout optreden. Raadpleeg 'Papierinstellingen' voor instructies voor wat u moet doen als er een fout optreedt.
Druk een controleraster voor de spuitopeningen af
Zorg dat de printer aan staat en klik op Controleraster afdrukken (Print Check Pattern).
Het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen start.Klik op OK in het bevestigingsbericht.
Het dialoogvenster Rastercontrole (Pattern Check) wordt geopend.Controleer het afdrukresultaat
Controleer het afdrukresultaat. Klik op Afsluiten (Exit) als het afdrukresultaat normaal is.
Klik op Reiniging (Cleaning) om de printkop te reinigen als de afdruk vegen bevat of als bepaalde delen niet zijn afgedrukt.