naar hoofdtekst gaan

Instellingen voor het afdrukken van enveloppen

De procedure voor het afdrukken op enveloppen is als volgt:

  1. Plaats enveloppen in de printer

  2. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma

  3. Selecteer het mediumtype

    Selecteer Envelop (Envelope) bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).

    afbeelding: selecteer Envelop bij Veelgebruikte instellingen op het tabblad Snel instellen
  4. Selecteer het papierformaat

    Wanneer het dialoogvenster Envelopformaat instellen (Envelope Size Setting) wordt weergegeven, selecteert u Com 10-envelop (Envelope Com 10) of DL-envelop (Envelope DL) en klikt u daarna op OK.

  5. Stel de afdrukstand in

    Selecteer Liggend (Landscape) voor Afdrukstand (Orientation) om het adres horizontaal af te drukken.

    Opmerking

    • Als Com 10-envelop (Envelope Com 10) of DL-envelop (Envelope DL) is geselecteerd voor Papierformaat printer (Printer Paper Size), draait de printer het papier 90 graden naar links bij het afdrukken, ongeacht de instelling 90 graden naar links roteren als afdrukstand [Liggend] is (Rotate 90 degrees left when orientation is [Landscape]) voor Aangepaste instellingen (Custom Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
  6. Selecteer de afdrukkwaliteit

    Selecteer naar wens Hoog (High) of Standaard (Standard) bij Afdrukkwaliteit (Print Quality).

  7. Klik op OK

    Wanneer u de afdruk uitvoert, worden de gegevens afgedrukt op de envelop.