De positie van de printkop automatisch aanpassen
Een fout in de installatiepositie van de printkop kan leiden tot verschuivingen in kleuren en lijnen. U kunt de afdrukresultaten verbeteren door de positie van de printkop aan te passen.
De positie van de printkop kan automatisch of handmatig worden aangepast. Normaal gesproken is de printer ingesteld op automatische aanpassing van de positie van de printkop. Als u echter ziet dat lijnen zijn verschoven of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, zelfs niet nadat u automatische aanpassing van de printkoppositie hebt uitgevoerd, past u de printkoppositie handmatig aan.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de positie van de printkop automatisch aanpast.
Uitlijning printkop (Print Head Alignment)
Klik op het tabblad Onderhoud (Maintenance) op Uitlijning printkop (Print Head Alignment).
Het dialoogvenster Uitlijning printkop starten (Start Print Head Alignment) wordt weergegeven.
Plaats papier in de printer
Plaats 1 vel normaal papier van A4- of Letter-formaat in de achterste lade.
Opmerking
- Als u handmatige aanpassing van de printkoppositie selecteert, wijkt het aantal te gebruiken vellen af.
Aanpassingsrasters voor de printkoppositie
Controleer of de printer aan staat en klik daarna op Printkop uitlijnen (Align Print Head).
De aanpassingsrasters worden afgedrukt.Belangrijk
- Open de klep van de printer niet terwijl de printer bezig is met afdrukken.
Aanpassingsrasters scannen
Wanneer het afdrukken van aanpassingsrasters is voltooid, wordt een melding weergegeven.
Plaats de aanpassingsrasters op grond van deze instructies op de plaat en druk op de knop Starten (Start) van de printer.
Aanpassing van de printkoppositie start.
Opmerking
- In het dialoogvenster Uitlijning printkop starten (Start Print Head Alignment) klikt u op Uitlijningswaarde afdrukken (Print Alignment Value) om de huidige instellingen af te drukken zodat u de instellingen kunt controleren.
- Wanneer u de printer via een netwerk gebruikt, wordt het bericht mogelijk niet weergegeven nadat het aanpassingsraster is afgedrukt.
Plaats in dat geval het afgedrukte aanpassingsraster op de plaat en druk op de knop Starten (Start) op de printer.