naar hoofdtekst gaan

De te gebruiken inkt instellen

Met deze functie kunt u opgeven welke inkt moet worden gebruikt wanneer u afdrukt.

  1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma

  2. Klik op Afdrukopties... (Print Options...) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup)

    Het dialoogvenster Afdrukopties (Print Options) wordt weergegeven.

  3. Selecteer de inkt die u wilt gebruiken bij Afdrukken met (Print With).

    Selecteer de inkt die u wilt gebruiken om af te drukken en klik op OK.

  4. Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).

    De opgegeven inkt wordt gebruikt voor het afdrukken.

Belangrijk

  • Sommige toepassingen worden in kleur afgedrukt, ongeacht de instellingen voor Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing). Als u monochroom wilt afdrukken met deze toepassingen, stelt u Afdrukken met (Print With) in op Alleen zwart (Black Only).
  • Als u de FINE-cartridge (afzonderlijk verkocht) hebt bevestigd en de volgende instellingen zijn geconfigureerd, drukt de printer af met kleureninkt en heeft het inschakelen van Alleen zwart (Black Only) geen effect.
    • Een andere optie dan Normaal papier (Plain Paper), Envelop (Envelope), Ink Jet Hagaki (A), Hagaki (A) of Hagaki is geselecteerd bij Mediumtype (Media Type) op het tabblad Afdruk (Main).
  • Verwijder een niet-gebruikte printkop niet. Er kan niet worden afgedrukt als een van beide printkoppen is losgekoppeld.