Kwaliteit en media
In dit dialoogvenster kunt u basisafdrukinstellingen opgeven in overeenstemming met de papiersoort. Voor een normale afdruktaak volstaat het instellingen in dit dialoogvenster op te geven.
- Mediumtype (Media Type)
-
Selecteer het mediumtype dat u wilt gebruiken.
Selecteer het mediumtype dat in de printer is geplaatst. Hierdoor kan de printer het type afdruk maken dat geschikt is voor het afdrukmateriaal. - Papierbron (Paper Source)
-
Selecteer de bron waarvan het papier wordt ingevoerd wordt weergegeven.
- Cassette (auto select.) (Cassette (Auto Select))
- De printer bepaalt automatisch welke cassette moet worden gebruikt op basis van de papierinstellingen in het dialoogvenster Afdrukken en de papiergegevens voor de cassette die zijn geregistreerd op de printer en voert papier in vanuit die cassette.
- Cassette 1
- Papier wordt ingevoerd vanuit cassette 1.
- Cassette 2
- Papier wordt ingevoerd vanuit cassette 2.
- Afdrukkwaliteit (Print Quality)
-
Selecteer de optie die het oorspronkelijke documenttype en het doel het dichtste benadert.
Als u een van deze keuzerondjes selecteert, wordt automatisch de juiste kwaliteit ingesteld.- Hoog (High)
- Hiermee krijgt afdrukkwaliteit prioriteit over afdruksnelheid.
- Standaard (Standard)
- Hiermee kunt u afdrukken met gemiddelde snelheid en kwaliteit.
- Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing)
-
Stel afdrukken in grijstinten in. Bij deze functie wordt het document in de printer geconverteerd naar grijswaarden en in zwart-wit afgedrukt.
Wanneer u dit selectievakje inschakelt, worden zowel monochrome als kleurendocumenten in zwart-wit afgedrukt. Wanneer u een kleurendocument in kleur wilt afdrukken, moet u het selectievakje uitschakelen.