Wanneer u de printer in een netwerk wilt gebruiken, moet u het printerstuurprogramma op het afdrukserversysteem op delen instellen.
De procedure voor het instellen van de afdrukserversystemen is als volgt:
Installeer het printerstuurprogramma op het afdrukserversysteem
Zie "Het printerstuurprogramma installeren" voor installatie-instructies.
Controleer of de gebruikte printer is toegevoegd
Open Systeemvoorkeuren (System Preferences) en selecteer Afdrukken en scannen (Print & Scan) (Afdrukken en faxen (Print & Fax)).
In de printerlijst worden de printers weergegeven die op de computer zijn aangesloten.
Stel delen in
Schakel het selectievakje Deel deze printer op het netwerk (Share this printer on the network) in.
Afhankelijk van de omgeving die u gebruikt, wordt wellicht een bericht weergegeven dat u de computer opnieuw moet opstarten. Start de computer opnieuw op om de installatie te voltooien.
Het instellen van het afdrukserversysteem voltooid. Vervolgens stelt u de clientsystemen in.
Naar boven |