In dit dialoogvenster kunt u basisafdrukinstellingen opgeven in overeenstemming met de papiersoort. Voor een normale afdruktaak volstaat het instellingen in dit dialoogvenster op te geven.
Selecteer het mediumtype dat u wilt gebruiken.
Selecteer het type medium dat in het apparaat is geplaatst.
Hierdoor kan de printer het type afdruk maken dat geschikt is voor het afdrukmateriaal.
De bron waarvan het papier wordt ingevoerd wordt weergegeven.
Selecteer de optie die het oorspronkelijke documenttype en het doel het dichtste benadert.
Als u een van deze keuzerondjes selecteert, wordt automatisch de juiste kwaliteit ingesteld.
Hiermee krijgt afdrukkwaliteit prioriteit over afdruksnelheid.
Hiermee kunt u afdrukken met gemiddelde snelheid en kwaliteit.
Deze instelling is geschikt voor testafdrukken.
Selecteer dit keuzerondje om een kwaliteit op te geven.
Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert bij Afdrukkwaliteit (Print Quality), kunt u de schuifregelaar gebruiken om de afdrukkwaliteit aan te passen.
Stel afdrukken in grijstinten in.
Bij deze functie wordt het document in de printer geconverteerd naar grijswaarden en in zwart-wit afgedrukt.
Wanneer u dit selectievakje inschakelt, worden zowel monochrome als kleurendocumenten in zwart-wit afgedrukt.
Wanneer u een kleurendocument in kleur wilt afdrukken, moet u het selectievakje uitschakelen.
Naar boven |