Tabblad Draadloos LAN

Opmerking

  • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt.

Hier kunt u een draadloze LAN-verbinding voor de printer instellen.

Om het blad Draadloos LAN (Wireless LAN) weer te geven klikt u op het tabblad Draadloos LAN (Wireless LAN) in het venster Configuratie (Configuration).

afbeelding: tabblad Draadloos LAN
  1. Netwerktype: (Network Type:)

    Infrastructuur (Infrastructure)

    Hiermee kunt u de printer verbinden met een draadloos LAN met een toegangspunt.

  2. SSID:

    De SSID van het draadloze LAN wordt weergegeven.

    Bij de begininstellingen wordt de unieke waarde weergegeven.

    Opmerking

    • Geef dezelfde SSID op die is ingesteld voor het toegangspunt. De SSID is hoofdlettergevoelig.

  3. Zoeken... (Search...)

    Het venster Zoeken (Search) wordt weergegeven waarin u een toegangspunt kunt selecteren waarmee u verbinding wilt maken.

    Venster Zoeken

    Opmerking

    • Als IJ Network Tool wordt utgevoerd via een LAN, is de knop lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd. Sluit de printer en de computer tijdelijk aan met een USB-kabel om de instellingen te wijzigen.

  4. Coderingsmethode: (Encryption Method:)

    Hiermee kunt u de coderingsmethode selecteren die wordt gebruikt op het draadloos LAN.

    Niet gebruiken (Do not use)

    Selecteer deze optie als u codering wilt uitschakelen.

    WEP gebruiken (Use WEP)

    Verzending wordt gecodeerd met een WEP-sleutel die u hebt opgegeven.

    Als er geen WEP-sleutel is ingesteld, wordt het venster WEP-details (WEP Details) automatisch weergegeven. Als u de eerder ingestelde WEP-instellingen wilt wijzigen, klikt u op Configuratie... (Configuration...) om het venster weer te geven.

    De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen

    WPA gebruiken (Use WPA)/WPA2 gebruiken (Use WPA2)

    Verzending wordt gecodeerd met een WPA- of WPA2-code die u hebt opgegeven.

    De beveiliging is strenger dan met WEP.

    Als er geen WPA- of WPA2-sleutel is ingesteld, wordt het venster Verificatietype bevestigen (Authentication Type Confirmation) automatisch weergegeven. Als u de eerder ingestelde WPA- of WPA2-instellingen wilt wijzigen, klikt u op Configuratie... (Configuration...) om het venster WPA-details (WPA Details) of het venster WPA2-details (WPA2 Details) weer te geven.

    WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen

  5. Configuratie... (Configuration...)

    Het venster met gedetailleerde instellingen wordt weergegeven. De WEP-, WPA- of WPA2-sleutel die is geselecteerd bij Coderingsmethode: (Encryption Method:), kan worden gecontroleerd en gewijzigd.

    Meer informatie over de WEP-instelling:

    De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen

    Meer informatie over de WPA- ofWPA2-instelling:

    WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen

  6. Instelling TCP/IP: (TCP/IP Setup:)

    Hiermee stelt u het IP-adres van de printer in dat moet worden gebruikt in het LAN. Voer een waarde in die geschikt is voor uw netwerkomgeving.

    IP-adres automatisch verkrijgen (Get IP address automatically)

    Selecteer deze optie als u een IP-adres wilt gebruiken dat automatisch wordt toegewezen door een DHCP-server. DHCP-serverfunctionaliteit moet zijn ingeschakeld op uw draadloze LAN-router of toegangspunt.

    Volgend IP-adres gebruiken (Use next IP address)

    Als er geen DHCP-serverfunctionaliteit beschikbaar is in de configuratie waarin u de printer gebruikt of als u een bepaald IP-adres gebruikt, selecteert u deze optie om een vast IP-adres te gebruiken.