Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt.
De voorbeeldafbeeldingen in dit gedeelte verwijzen naar het venster Toegankelijk IP-adres toevoegen (Add Accessible IP Address).
Specificatiemethode: (Specification Method:)
Selecteer Eén adres opgeven (Single Address Specification) of Bereik opgeven (Range Specification) om een of meer IP-adressen toe te voegen.
Geef elk IP-adres afzonderlijk op.
Geef een reeks opeenvolgende IP-adressen op.
IP-adres: (IP Address:)
Voer het IP-adres van een computer of netwerkapparaat in om toegang toe te staan wanneer u Eén adres opgeven (Single Address Specification) heeft geselecteerd bij Specificatiemethode: (Specification Method:).
Een IP-adres bestaat uit vier waarden tussen 0 en 255.
Voer het eerste IP-adres in het adresbereik van de computers of netwerkapparaten in om toegang toe te staan wanneer u Bereik opgeven (Range Specification) heeft geselecteerd bij Specificatiemethode: (Specification Method:).
Een IP-adres bestaat uit vier waarden tussen 0 en 255.
Voer het laatste IP-adres in het adresbereik van de computers of netwerkapparaten in om toegang toe te staan wanneer u Bereik opgeven (Range Specification) heeft geselecteerd bij Specificatiemethode: (Specification Method:).
Een IP-adres bestaat uit vier waarden tussen 0 en 255.
Start-IP-adres: (Start IP Address:) moet een kleinere waarde zijn dan Eind-IP-adres: (End IP Address:).
Opmerking: (Comment:)
Desgewenst kunt u informatie toevoegen om het apparaat te identificeren, zoals de naam van een computer.
Opmerkingen worden alleen weergegeven op de computer die is gebruikt om ze in te voeren.
Naar boven |