naar hoofdonderdeel gaan

Nieuwe printer installeren/Scherm [Netwerkinformatie]/Handmatig instellen

Nieuwe printer installeren

Als u een nieuwe printer wilt installeren, houdt u een USB-kabel gereed.

[Volgende]
Klik hierop als u een nieuwe printer wilt installeren met behulp van een USB-kabel.
[Opnieuw detecteren]
Klik hierop als u de printers in het netwerk opnieuw wilt detecteren.
[Annuleer]
Hiermee annuleert u de installatie.
Aangezien de instelling niet is voltooid, moet u de instelling opnieuw uitvoeren als u de printer wilt gebruiken.

Scherm [Netwerkinformatie]

Hier worden de netwerkgegevens weergegeven die voor de printer zijn ingesteld.

Controleer deze gegevens wanneer toegangspunten of printers tijdens het instellen van het netwerk niet automatisch worden gedetecteerd.

Opmerking

  • Afhankelijk van de omgeving die u gebruikt, worden sommige items mogelijk niet weergegeven.
Application Info.
Geeft informatie weer over de Netwerk Tool die u gebruikt.
NIC Info.
Hier worden de netwerkgegevens weergegeven die voor de printer zijn ingesteld.
U kunt het Netwerk (SSID), IP-adres en dergelijke instellingen controleren om na te gaan of de printer met de computer kan communiceren.
[OK]
Hiermee sluit u dit venster.
[Alle informatie kopiƫren]
Hiermee kopieert u de netwerkgegevens naar het Klembord.
De gekopieerde gegevens kunnen in een tekstverwerker of andere toepassing worden geplakt en als tekstbestand worden opgeslagen.

Handmatige setup

Voer de gegevens in die zijn ingesteld voor het toegangspunt, zodat de printer het toegangspunt kan vinden.

[Netwerk (SSID)]

Voer het [Netwerk (SSID)] in dat voor dat toegangspunt is ingesteld. Gebruik hierbij maximaal 32 single-byte alfanumerieke tekens.

Opmerking

  • De SSID wordt ook wel de ESS-ID genoemd. Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding van het toegangspunt.
[Coderingsmethode:]

Selecteer de coderingsmethode die moet worden gebruikt voor het draadloze LAN.

[Niet gebruiken]
Selecteer deze optie als u geen codering wilt gebruiken.
[Wachtwoord (WEP) gebruiken]
Stel een wachtwoord (WEP-sleutel) in om gegevenscodering bij communicatie in te schakelen.
Klik op [Configuratie...] als u een wachtwoord (WEP-sleutel) wilt invoeren of de instellingen wilt wijzigen.
[WPA gebruiken]/[WPA2 gebruiken]/[WPA/WPA2 gebruiken]
Stel een wachtwoordzin in als u codering van communicatiegegevens wilt uitvoeren.
Aangezien de coderingssleutels met vaste tussenpozen worden gewijzigd, zijn de sleutels moeilijk te ontcijferen en is de beveiliging sterker.
Klik op [Configuratie...] als u een wachtwoordzin voor WPA/WPA2 wilt invoeren of de instelling wilt wijzigen.
[Configuratie...]
Klik op deze knop als u een WEP-wachtwoord wilt instellen, een WPA/WPA2-wachtwoordzin wilt invoeren of de instelling wilt wijzigen.
[Vorige]
Hiermee keert u terug naar de lijst met toegangspunten.
[Verbinden]
Hiermee verbindt u de printer met het opgegeven toegangspunt.
[Annuleer]
Hiermee annuleert u de installatie.
Aangezien de instelling niet is voltooid, moet u de instelling opnieuw uitvoeren als u de printer wilt gebruiken.