Scannen met voorkeursinstellingen
U kunt scannen met veelgebruikte voorkeursinstellingen door deze vooraf op te slaan.
Opmerking
- U kunt uw favoriete instellingen opslaan in het weergegeven dialoogvenster door op Instellingen (Settings) te klikken. Raadpleeg voor meer informatie de pagina 'Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen)' door hiernaar te zoeken op de bovenste pagina van de Online handleiding voor uw model.
-
Plaats het item op de glasplaat of in de ADF (automatische documentinvoer).
-
Klik op Scannen (Scan) in het scherm Hulpmenu (Guide Menu).
De weergave schakelt over naar Scannen (Scan).
Opmerking
- Als u klikt op Scannen (Scan) in het algemene menu op het Hoofdvenster, schakelt u eveneens naar de weergave Scannen (Scan).
-
Klik op Aangepast (Custom).
Het scannen begint.
Opmerking
- Klik op Annuleren (Cancel) om het scannen te annuleren.
Wanneer het scannen is voltooid, verschijnt de gescande afbeelding als miniatuur.
Opmerking
- U kunt de geselecteerde afbeelding 90 graden rechtsom draaien door op Draaien (Rotate) te klikken.
-
U kunt afbeeldingen bijsnijden.
-
Klik op Opslaan (Save) om gedraaide of bijgesneden gescande afbeeldingen op te slaan.
- U kunt de opslaglocatie voor gescande afbeeldingen op het tabblad Geavanceerde instellingen (Advanced Settings) van het weergegeven dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) instellen door Voorkeuren... (Preferences...) te selecteren in het menu Extra (Tools). Raadpleeg 'Tabblad Geavanceerde instellingen (Advanced Settings)' voor meer informatie over de instellingsprocedure.
Opmerking
- U kunt gescande afbeeldingen ook afdrukken. Klik met de rechtermuisknop op een miniatuur en selecteer Afdrukken... (Print...) in het weergegeven menu om het Dialoogvenster Afdrukinstellingen weer te geven. Selecteer de printer en het papier dat u wilt gebruiken en klik vervolgens op Afdrukken (Print).