Controle 1: Selecteer de instelling die zorgt dat de afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd.
Het afdrukresultaat kan verbeteren als u in de toepassing die u gebruikt de instelling selecteert die zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd.
Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma. Schakel het selectievakje Toepassingen mogen afdrukgegevens niet comprimeren (Do not allow application software to compress print data) in en klik op OK.
* Schakelt het selectievakje uit nadat het afdrukken is voltooid.
Controle 2: Is de omvang van de afdrukgegevens extreem groot?
Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma. Zorg er vervolgens voor dat Verlies van afdrukgegevens voorkomen (Prevention of Print Data Loss) in het weergegeven dialoogvenster is ingesteld op Aan (zwak) (On (Weak)).
Als de afdrukresultaten niet naar wens zijn, ook al is Verlies van afdrukgegevens voorkomen (Prevention of Print Data Loss) ingesteld op Aan (zwak) (On (Weak)), stelt u deze optie in op Aan (sterk) (On (Strong)) en start u het afdrukken opnieuw.
* Als Aan (sterk) (On (Strong)) is geselecteerd voor Verlies van afdrukgegevens voorkomen (Prevention of Print Data Loss), kan de afdrukkwaliteit afnemen.
Controle 3: Is er voldoende ruimte op de vaste schijf van uw computer?
Verwijder onnodige bestanden om schijfruimte vrij te maken.
Naar boven |