naar hoofdtekst gaan

De firmware van het apparaat bijwerken

U kunt de firmware van het apparaat bijwerken via internet.

Belangrijk

  • Wanneer u deze functie gebruikt, moet het apparaat zijn verbonden met het LAN en moet een internetverbinding beschikbaar zijn.

  • Als de firmware-update wordt uitgevoerd, worden alle faxen verwijderd die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.

  1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.

  2. Druk op de knop Instellingen (Setup).

    Het scherm Instellingenmenu (Setup menu) wordt weergegeven.

  3. Selecteer met de knop LINKSRECHTS de optie Apparaatinstellingen (Device settings) en druk vervolgens op de knop OK.

  4. Selecteer Firmware bijwerken (Firmware update) met de knoppen LINKSRECHTS en druk vervolgens op de knop OK.

  5. Selecteer Update installeren (Install update) met de knoppen LINKSRECHTS en druk vervolgens op de knop OK.

    Het apparaat zoekt naar de nieuwste firmware op de server.

    Opmerking

    • U kunt de firmware niet bijwerken in de volgende omstandigheden:

      • Terwijl het apparaat een fax verzendt of ontvangt

      • Terwijl het apparaat een niet-afgedrukte fax opslaat in het apparaatgeheugen (geheugenontvangst)

      • Terwijl niet-verzonden faxen worden opgeslagen in het apparaatgeheugen

  6. Controleer de status van de firmware op de server.

    Als de nieuwste firmware op de server aanwezig is, wordt De nieuwste firmware staat op de server (The latest firmware is on the server) weergegeven op het LCD-scherm. Druk op de knop OK om verder te gaan met de volgende stap.

    Als de huidige firmware op het apparaat de nieuwste is, wordt Uw firmware is de nieuwste versie; update is niet vereist (Your firmware is the latest version; update is not required) weergegeven op het LCD-scherm. Druk op de knop OK om de procedure te voltooien.

    Opmerking

    • Als Kan geen verbinding maken met server; probeer het opnieuw (Cannot connect to the server; try again) wordt weergegeven op het LCD-scherm, drukt u op de knop OK en probeert u het na enige tijd opnieuw.

  7. Controleer de weergegeven firmwareversie en druk op de knop OK.

  8. Selecteer met de knoppen LINKSRECHTS de optie Ja (Yes) en druk vervolgens op de knop OK.

  9. Controleer het bericht dat wordt weergegeven en druk op OK.

    Het apparaat start de firmware-update.

    Belangrijk

    • Schakel het apparaat niet uit voordat de firmware-update is voltooid. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld en weer ingeschakeld terwijl de firmware wordt bijgewerkt.

    • Tijdens de firmware-update mag u geen netwerkinstellingen zoals de instellingen van het toegangspunt of de router wijzigen.

    Opmerking

    • Als faxen zijn opgeslagen in het apparaatgeheugen, wordt een scherm weergegeven waarin u moet bevestigen dat de opgeslagen faxen worden verwijderd. Als u op de knop OK drukt, worden alle opgeslagen faxen verwijderd en start het apparaat de firmware-update.

  10. Controleer het bericht dat wordt weergegeven en druk op OK.

    De firmware-update is voltooid en het stand-byscherm voor kopiƫren wordt weergegeven.

    Opmerking

    • Als de firmware-update niet is voltooid, controleert u de netwerkinstellingen zoals de instellingen van het toegangspunt of de router.