LCD en bedieningspaneel
Met de modusknop (A) op het bedieningspaneel kunt u schakelen tussen de kopieermodus, scanmodus, faxmodus en het scherm met het instellingenmenu.
Als u op de knop Menu (B) drukt in de verschillende modi, wordt er een menuscherm weergegeven waarin u diverse functies of instellingen kunt selecteren.
Een menu of instelling selecteren
Gebruik in het menuscherm of het instellingenscherm de knop of (C) om een item of optie te selecteren en druk vervolgens op de knop OK (D) om door te gaan met de procedure.
Druk op de knop Terug (Back) (E) om terug te keren naar het vorige scherm.
Voorbeeld: het scancontrast wijzigen voor faxen.
Druk op de knop Menu in het stand-byscherm voor faxen.
Druk op de knop of (C) om TX-instellingen fax (FAX TX settings) te selecteren.
Druk op de knop OK (D).
Selecteer Scancontrast (Scan contrast) en druk op de knop OK (D).
Gebruik de knop of (D) om het contrast te wijzigen en druk daarna op de knop OK (D).