Controle 1: Vervang een eventuele lege FINE-cartridge door een nieuwe.
Controle 2: Is de FINE-cartridge correct geplaatst?
Als de FINE-cartridge niet goed is geplaatst, wordt de inkt mogelijk niet goed uitgespoten.
Open de papieruitvoerklep, waarna het klepje over de kop wordt geopend.
Druk de inktcartridgevergrendeling omhoog om te controleren of de FINE-cartridge correct is geplaatst.
Nadat u hebt gecontroleerd of de FINE-cartridge correct is geplaatst, sluit u de papieruitvoerklep.
Als het probleem zich blijft voordoen, verwijdert u de FINE-cartridges en plaatst u ze opnieuw.
Raadpleeg Een FINE-cartridge vervangen voor informatie over het installeren van FINE-cartridges.
Controle 3: Zijn de spuitopeningen van de printkop verstopt?
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Raadpleeg Vage afdrukken of onjuiste kleuren voor het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen, het reinigen van de printkop en het uitvoeren van een diepte-reiniging van de printkop.
Als het controleraster voor de spuitopeningen niet correct wordt afgedrukt:
nadat u de printkop hebt gereinigd, controleert u het patroon van het controleraster.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd:
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost na de dieptereiniging van de printkop, zet u het apparaat uit en voert u na 24 uur nogmaals een dieptereiniging van de printkop uit. Wanneer u het apparaat uitschakelt, mag u de stekker niet uit het stopcontact halen.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de diepte-reiniging van de printkop tweemaal hebt uitgevoerd:
De inkt is wellicht op. Vervang de FINE-cartridge.
Naar boven |