U kunt de kopieerinstellingen, zoals paginaformaat, mediumtype en intensiteit, wijzigen.
Druk op de knop Menu, gebruik de knop om een instellingsitem te selecteren en druk op de knop OK.
Gebruik de knop om een instellingsitem aan te passen en druk op de knop OK. Het volgende instellingsitem wordt weergegeven.
Het LCD gaat terug naar het stand-byscherm voor kopiëren nadat alle instellingen zijn voltooid.
Een * (sterretje) op het LCD geeft de huidige instelling aan.
Sommige instellingen kunnen niet worden opgegeven in combinatie met de instelling van andere instellingen of het kopieermenu.
De instellingen voor paginaformaat, mediumtype, enzovoort blijven behouden ook als het apparaat wordt uitgeschakeld.
Vergroten/verklein. (Enlarge/Reduce)
Selecteer de methode voor vergroten/verkleinen.
Kopieën verkleinen of vergroten
Voorbeeld:
Kopieerintens. (Copy intensity)
Wijzig de intensiteit.
Voorbeeld:
Als u Autom. aanp. (Auto adjust) selecteert, legt u het origineel op de glasplaat.
Als u Handm. aanpassen (Manual adjust) selecteert, gebruikt u de knop om de intensiteit te verhogen of de knop om de intensiteit te verlagen.
Paginaformaat (Page size)
Selecteer het paginaformaat van het geplaatste papier.
Voorbeeld:
Mediumtype (Media type)
Selecteer het mediumtype van het geplaatste papier.
Voorbeeld:
Beeldkwaliteit (Image quality)
De beeldkwaliteit selecteren op basis van het origineel.
Voorbeeld:
Als u Snel (Fast) selecteert terwijl u het mediumtype hebt ingesteld op Gewoon papr (Plain paper) en de kwaliteit niet naar wens is, selecteert u Standaard (Standard) of Hoog (High) en probeert u opnieuw te kopiëren.
Selecteer Hoog (High) om te kopiëren in grijstinten. Bij grijstinten wordt een reeks grijstinten gebruikt in plaats van alleen zwart en wit.
Naar boven |